beroemd Engels dichter (familiekasteel Grâce-Dieu, in Leicester, 1584 Londen 6 Mrt 1616), studeerde te Oxford en te Londen in de rechten.
Zijn naam als dichter is onafscheidelijk verbonden met die van John Fletcher (Dec. 1579-1625), den zoon van een bisschop. Fletcher woonde enige tijd te Cambridge en overleed te Londen. Nadat Beaumont in 1607 The Woman-Hater anoniem had laten verschijnen, zag in 1608 de eerste vrucht van hun samenwerking, de tragedie Philaster, het licht. In het geheel verschenen een vijftigtal toneelstukken onder beider naam, ten dele vruchten hunner samenwerking, ten dele werk van een van beiden afzonderlijk, waaronder The Maid’s Tragedy, Valentinian, The Double Marriage en het blijspel The Scornful Lady de eerste plaats innemen. Omtrent de toekenning van sommige toneelstukken aan den een of den ander of aan beiden, zijn de deskundigen het niet eens. In hun treurspelen waren Beaumont en Fletcher, zonder daarom onzelfstandig te zijn, navolgers van Shakespeare, in het blijspel van Ben Jonson, en zij gelden als de beste volgelingen van den een zowel als van den ander.
Ook door het lyrisch element in hun toneelstukken hebben zij grote verdienste, dit geldt vooral van Fletcher’s The Faithful Shepherdess. The Two Noble Kinsmen en Henry VIII zijn veelal toegeschreven aan Shakespeare in samenwerking met Fletcher. Van de gemeenschappelijke toneelarbeid van Beaumont en Fletcher bestaan verscheiden uitgaven, en van deze worden die van A. Dyce (11 dln, London 1843-1846), A. Glover en A. R.
Waller (10 dln, Cambridge 1905-1912) en A. H. Bullen (1904-1912, slechts 4 dln verschenen) voor de beste gehouden.
Lit.: C. M. Gayley, B. the Dramatist (New York 1914); U. M. Ellis-Fermor, The Jacobean Drama (1936); Baldwin Maxwell, Studies in B., Fletcher and Massinger. Chapel Hill.
Univ. of N. Carolina Press (1939); Lawrence B. Wallis, Fletcher, B. and Company. Entertainers to the Jacobean Gentry (New York 1947).