ras van Britse lopende honden voor de jacht op de vos, die een goede Brit nooit zelf doodt, maar laat leven voor de jacht met de drift (pack) vossenhonden (Foxhounds) onder leivan de jagermeester (master of Foxhounds, altijd afgekort M.O.F.) en zijn helpers, gevolgd door een stoet van ruiters en amazones en met terriërs om de vos, vlucht hij in een hol, er uit te drijven. Was eertijds de windhond het ras der voornamen, thans geldt de jacht achter lopende honden als een belangrijke Britse instelling en de lopende hond als de vorst van al wat blaft.
Naar verluidt is het ras ontstaan uit een kruising tussen de vermaarde Talbot-hound, het lichtgekleurde slag bloedhond, dat door Willem de Veroveraar was ingevoerd, en een ras uit het Noorden, waarop later de Greyhound de snelheid heeft verhoogd. Ca 1689 wordt het eerst gewaagd van een drift Foxhounds. De Engelse heeft een zeer kleine stijve voet, maar men fokt hem thans meer verend. De ietwat lichter gebouwde en overheersend wit gekleurde rassen van Wales en de Fell-streek, hebben altijd de gebruikelijke hondenvoet gehouden. De Engelse is een sterke, zware hond van 58½ tot 63½ cm schofthoogte en 34-39 kg gewicht. Een goede drift bestaat uit honden van grote gelijkenis, allen even snel en van goed geluid (z hond, hondenrassen).