(Feuillien), Heilige (gest. bij Nijvel ca 655), werd in Ierland geboren en stond een tijd aan het hoofd van het klooster van Cnoberesburg (Burgh Castle), dat zijn broeder, Fursy, in Oost-Anglia had gesticht. In de strijd die Penda, koning van Mercië en hoofd van de heidense reactie, tegen Anna, de koning van Oost-Anglia, voerde, werd de abdij van Cnoberesburg geplunderd.
Doch Foillanus was tijdig met zijn monniken gevlucht. Zij werden opgenomen te Nijvel door Itta, Gertrudis en Grimoald, en door dezen ondergebracht in het klooster van Fosses aan de Bebrona, een zijrivier van de Samber. Toen hij op een nacht met drie gezellen van Nijvel naar Fosses terugkeerde, werden zij door rovers vermoord. Hun lichamen, na lang zoeken weergevonden, werden plechtig teruggebracht naar Fosses. In het aartsbisdom Mechelen wordt hij 6 Nov. gevierd.Lit.: Additamentum Nivialense, contemporain geschrift, waarschijnlijk van een monnik uit Nijvel,in de Scriptores rerum meroving., dl IV, blz. 449-451; J. Crépin, Le monastère des Scots à Fosses, in La Terre Wallonne, dl VIII, 1923, blz. 357; E. de Moreau, Hist. de l’Église en Belgique, dl II, 2de uitg., blz. 146-148 (Bruxelles 1945).