Sir Charles (Harding), Engels historicus (Sheffield 16 Mrt 1857 - Oxford 19 Febr. 1936), zoon van een staalfabrikant, studeerde en woonde vrijwel zijn gehele verdere leven te Oxford, waar hij van 1904-1926 als regius professor de leerstoel voor Nieuwe Geschiedenis bezette. In 1922 werd hij geadeld.
Zijn werk getuigt van de critische zin, die zijn leermeester Stubbs bij hem had ontwikkeld, van voorliefde voor het concrete detail en van een zekere schuwheid ten aanzien van algemene ideeën. De splitsing van de geschiedeniswetenschap in een aantal afzonderlijke vakken van studie kon hem niet bekoren. In theorie en practijk gaf hij de voorkeur aan een ander beginsel van specialisatie: de studie van een bepaald tijdvak, maar dit dan beschouwd in de volheid van al zijn verschijnselen. Zijn persoonlijke belangstelling ging zeer sterk uit naar literaire en militaire onderwerpen. De specialiteit van Firth, die zich met de Puriteinen geestelijk verwant voelde, was — op het voetspoor van S. R. Gardiner — de Engelse geschiedenis van de 17de eeuw, inzonderheid de periode van de Burgeroorlog en van Cromwell’s protectoraat. Zijn veelomvattende en diepgaande kennis van dit tijdperk blijkt niet slechts uit verscheidene monografieën, verzorgd van vorm en sober van stijl, doch ook uit talrijke gedegen uitgaven van historische bronnen, uit artikels (ten getale van 229) in de Dictionary of National Biography en uit bijdragen in periodieken (o.a. in de English Historical Review, waarvan hij mede-oprichter was) en in de Cambridge Modern History. Een aantal van zijn opstellen is na zijn dood in een bundel Essays verenigd.DR A. G. JONCKEES
Bibl. (volledig tol 1928 in Bibliogr. of the writings of Sir Ch. F., Oxford 1928): Scotland and the Commonwealth (Edinburgh 1895) ; Scotl. and the Protectorate (ibid. 1899); Oliver Cromwell and the rule of the Puritans in England (New York en London 1900, herdr. 1947); Cromwell’s army (London 1902); The last years of the Protectorate (2 din, ibid. 1908; vervolg van S. R. Gardiner, Hist, of the Commonwealth and the Prot.); Naval songs and ballads (ibid. 1908); The House of Lords during the Civil War (ibid. 1910); Commentary on Macaulay’s History of England (uitgeg. d. G. Davies, ibid. 1938); Essays historical and literary (uitgeg. d. G. Davies, Oxford 1938); The regimental hist, of Cromwell’s army (met G. Davies, 2 din, ibid. 1940). Uitgaven o.m.: Memoirs of the life of Col. Hutchinson (2 din, London 1885); Dr Johnson’s Life of Milton (Oxford 1891); The Clarke papers (4 din, London 1891-1901); Journal of Joachim Hane (Oxford 1896) ; Narrative of General Venables (London 1900).
Lit.: G. N. Clark, Sir Ch. F. (in: Engl. Hist. Rev. LI, 1936); G. Davies, Ch. H. F. (in: Proceedings Brit. Acad. XXII, 1936); E. Smith Godfrey, Sir Ch. F. (in: B. E. Schmitt, Some historians of modern Europe, Chicago 1942).
