Nederlands drukker (Leiden 1810-1871), was stichter van de drukkerij der fa E. J.
Brill te Leiden, welke onder zijn leiding en onder die van zijn opvolgers A. P. M. van Oordt (gest. 1904), F. de Stoppelaar (gest. 1908) en G. Peltenburg Pzn een wereldvermaardheid verwierf door het drukken van werken in Oosterse talen, zoals Chinees, Arabisch, Hebreeuws, enz.
De zetters van dergelijke werken ontvingen niet zelden een opleiding van hoogleraren. De firma was een voortzetting van de zaak, oorspronkelijk door S. en J. Luchtmans gesticht in 1683. In 1806 trad Jan Brill, de vader van genoemde Evert Jan, in de zaak van Luchtmans.
Deze werd in 1848 geliquideerd. De Leidse firma, thans N.V. Boekhandel en Drukkerij voorheen Firma E. J.
Brill, liet verschillende werken en geschriften op oriëntalisch en ethnografisch gebied het licht zien. Voorts is aan de zaak een afdeling oriëntalisch antiquariaat verbonden.De spreuk en het boekmerk der firma Brill luidt Tuta sub aegide Pallas (Pallas [is] veilig onder [haar] aegis). Tot de uitgaven van de firma E. J. Brill behoren de Bibliotheca Geographorum Arabicorum onder redactie van M.
J. de Goeje; R. P. A. Dozy, Histoire des Musulmans d’Espagne, in 1932 herdrukt, prof.
A. Wensinck, Concordance et indices de la tradition musulmane; M. Th. Houtsma e.a., Encyclopaedie de l'Islam; de Codex Geographiae van Ptolemaeus, van Joseph Fischer, het tijdschrift T’oung Pao, de verslagen der wetenschappelijke expedities van Max Weber, A.
Wichmann, Nieuwenhuys, Abendanon e.a., standaardwerken op het terrein der ethnographie, geologie, botanie, verder tal van wetenschappelijke uitgaven en boeken voor het onderwijs.
