Ned. scheikundige (Amsterdam 30 Juli 1905), studeerde te Amsterdam en Groningen. In 1934 promoveerde hij te Utrecht bij prof. dr H.
R. Kruyt. Hij trad daarop in dienst van de N. V. Philips Gloeilampenfabrieken te Eindhoven, waar hij sedert 1946 een der directeuren is van het wetenschappelijk laboratorium (Natuurkundig Lab.). Zijn talrijke publicaties betreffen in hoofdzaak onderwerpen op het gebied van de eolloïdehemie, de theorie van de chemische binding en van de chemie van de vaste stof (i.b. half-geleiders).Bibl.: Double Layer and Stability of Lyophobic Colloids, diss. Utrecht (1934); Theory of the Stability of Lyophobic Colloids (Amsterdam 1948, met J. Th. G. Overbeek).