Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

EUCALYPTUSHOUT

betekenis & definitie

ook wel koortsbomenhout genoemd, is afkomstig van tal van soorten van het geslacht Eucalyptus. Het kernhout van deze bomen is zeer vast en ook onder water duurzaam.

De grote vaten worden zeer spoedig opgevuld met thyllen, harsen, gommen, oliën en looistoffen, waardoor het zeer bestand wordt tegen weerswisselingen. S.g. is luchtdroog 0,7-1,00. Het komt onder verschillende handelsnamen in de handel, en heeft öf een kleur als eikenhout, óf een doffe tot vleesrode kleur. Tot de eerste groep, die tevens gekenmerkt is door brede mergstralen behoort het blue gum, afk. v. E. globulus Labill., het vezel'schorshout of stringy bark afk. v. E. obliqua l’Hérit., het talkhout of tallowwood afk. v. E. microcorys F.v. M., dat vettig aanvoelt. Tot de tweede groep behoren de belangrijkste soorten nl. karri afk. v. E. diversicolor F.v.M. en jarrah van E. marginata Sm. en het ironbark afkomstig van verschillende soorten, dat zeer zwaar, s.g. tot 1.14 en buitengewoon hard en duurzaam is. Jarrah en Karri bieden veel weerstand tegenvuur en zijn daarom zeer gewild voor trappenbouw en ondergrondse banen, gebruik verder o.a. voor waterbouwkundige werken, en om de goede politoerbaarheid ook voor meubelen, parketvloeren, scheepsbetimmeringen en in de piano-industrie. Uit het hout van E. glohulus wordt de medicinaal gebruikte kino door extractie gewonnen.DR A KLEINHOONTE

Lit.: M. E. U. Tjaden, Microscopisch onderzoek van Hout (Amsterdam 1919), p. 43-46; J. von Wiesner, Die Rohstoffe des Pflanzenreiches II (Leipzig 1928), p. 1545; P. M. E. Lijdsman, Kennis van Bouwstoffen I Hout (Deventer 1939), p. 147; Ant. te Wechgel, Fijnhout (Amsterdam 1945).

< >