is een aetherische olie, die door stoomdestillatie vooral in Australië gewonnen wordt, uit de leerachtige bladeren van verschillende EucalyptussooTten, (doch speciaal uit die van E. globulus Labill.) met een rendement van 0,0084-4,215 pct. De olie is lichtgeel tot bleekgroen van kleur, geurt naar cineol en heeft een verkoelende, specerij achtige smaak.
In de ruwe olie komt veel valeriaanaldehyd, butyl- en capronaldehyd voor, waardoor de olie dan een onaangenaam prikkelende werking heeft. Goed gezuiverde olie bestaat uit: 60-70 pct cineol (eucalyptol), d-α pineen en andere terpenen; s.g. 0,91-0,93. Gebruik medisch, vooral bij ziekten van de ademhalingsorganen en uitwendig bij rheumatische en neuralgische aandoeningen, volgens nieuwere onderzoekers niet aan te bevelen als wormmiddel; voorts voor het parfumeren van zeep en technisch voor bereiding van cineol.DR A. KLEINHOONTE.
Lit.: Gildemeister und Hoffmann, Die Aetherischen Öle, 3. Ed. (Leipzig 1928-1931); Madaus, Lehrb. der biol. Heilmittel, Abt. I 2, p. 1302 (Leipzig 1938).