is in Europa afkomstig van Fraxinus excelsior L., terwijl het Amerikaanse afkomstig is van Fr. americana L. en enkele andere soorten en het Japanse van Fr. mandshurica Rupr. Het hout is, wat het vrij brede spinthout betreft, licht van kleur, terwijl de kern van oudere bomen lichtbruin is.
Het hout is kringporig, door de in het voorjaar gevormde wijde vaten en bevat slechts één soort mergstralen; het is hard en zwaar, met een s.g. van 0,74, het is sterk, werkt weinig, is vrij duurzaam, goed en gemakkelijk bewerkbaar en goed splijtbaar. Het is een zeer goede houtsoort, die slechts matig beschikbaar is; het munt uit door grote elastische taaiheid, waardoor men het boven de elasticiteitsgrens kan buigen, zonder dat het breekt. Gebruikt voor carrosserie en wagonbouw, karren en rijtuigen, vooral voor dissels en karrebomen, voor riemen, bobsleden, polo- en golfstokken, rekstokken, ladders enz. Onder stoom buigbaar tot bijna iedere vorm, daardoor zeer geschikt voor ski’s en tennisrackets.In de chemische industrie wordt het zeer gewaardeerd omdat het kleurloos en zonder inhoudstoffen is, en bestand zowel tegen zure, als alkalische stoffen.
DR A. KLEINHOONTE
Lit.: M. E. H. Tjaden, Microscopisch onderzoek van Hout (Amsterdam 1919); F. Kollmann, Die Esche und ihr Holz (Berlin 1941); Ant. te Weghel, Fijnhout, I (1945), p. 71.
