havenstad aan de westkust van het Deense schiereiland Jutland, ambt Ribe, met (1945) 43 241 inw. De haven (aangelegd van 1868-1874) 4,5 m diep en de enige van betekenis op de westkust van Jutland.
Zij is het eindpunt van de Zuid- en Westjutlandse spoorwegen, heeft stoomvaartverbinding met Harwich, Newcastle, Huil en Grimsby en is een belangrijke uitvoerplaats voor spek, boter, eieren, vlees, vee enz., vnl. naar Engeland. Verder heeft de plaats veel visserij en een opkomende industrie. De rederij van Esbjerg bezit 50 stoomschepen met 33 500 reg. ton en 475 motorbotters. In 1929 werden 0,5 millioen ton goederen (veel steenkolen) in- en 0,3 millioen ton goederen uitgevoerd. In 1899 verkreeg de plaats stedelijke rechten. Ten W. van Esbjerg staat het radiostation Blaavand.Lit.: G. Neufeldt, Ripen und E. (1937).