(Eridoe), een der oudste centra van het godsdienstig leven in Zuid-Mesopotamië, was de stad van de watergod Ea. Het heiligdom Eabzoe, gelegen op een eilandje in een binnenmeer, was in de Oudsumerische periode (vóór 2000 v.
Chr.) het middelpunt van de bezweringsriten. Spoedig echter is hier alles verzand. Sedert koning Hammoerabi (ca 1700 v. Chr.) werd de eredienst overgebracht naar Babylon en werd Mardoek, de god van Babylon, vereenzelvigd met Asaroe, de zoon van Ea. Er schijnt een geheimzinnig verband te hebben bestaan tussen deze Asaroe en de Egyptische god Osiris. Ook met het oog hierop beloven de opgravingen, die hier in de laatste jaren in opdracht van het Iraq-Museum zijn begonnen, belangrijke ophelderingen van de oudste beschavingsgeschiedenis. Reeds in 1855 hadden Taylor en in 1918 R. C. Thompson hier gegraven. Thans hebben Seton Lloyd en F. Safar aan de voet van de heuvel niet minder dan elf verschillende bouwperioden van een tempelgebouw en een terras opgedolven, die alle ouder zijn dan de derde dynastie van Ur (ca 2000 v. Chr.) en waarvan de oudste teruggaan tot ver in het vijfde millennium V. Chr.PROF. DR F. M. TH. DE LIAGRE BÖHL
Lit.: Overzicht (op grond van de „Preliminary Communications” in het tijdschrift Sumei III en IV) in het Jaarber. Ex Oriente Lux No 10 (1948), blz. 537 w.; Th. A. Busink, De Babylonische tempeltoren (Leiden 1949), blz. 14 vv.