is de naam van een plantenfamilie, die verwant is met de Ericaceeën*. Zij wijken echter af: 1. door slechts één krans van meeldraden; 2. door de ongehoornde, éénhokkige helmknoppen, die zich door één korte spleet van hun stuifmeel ontlasten; 3. doordat de stuifmeelkorrels niet tot groepen van 4 verbonden zijn; 4. doordat de vrucht meestal een steenvrucht is.
Het zijn meest heesters met lederachtige, verspreide, zittende, gaafrandige bladeren en tot trossen verenigde, zelden alleen in de bladoksels geplaatste witte, rode of blauwe sierlijke bloemen. Men vindt ze ten getale van 340 meest in Australië, waar zij de plaats der heideachtigen innemen. De familie telt omstreeks 25 geslachten, waarvan er een, het geslacht Lebetanthus Endl., met 1 soort thuis behoort in Vuurland. Vele soorten zijn geliefde oranjerie-planten, die door zaaien of stekken vermenigvuldigd worden. Zij zijn kalkschuw, als de Ericaceeën.
Epacris Smith., het bekendste geslacht, met 40 soorten, onderscheidt zich door een 5-delige, gekleurde, door schutblaadjes ondersteunde kelk, een buisvormige, ongebaarde bloemkroon met een 5-spletige zoom, met de bloemkroon vergroeide meeldraden met horizontale helmknoppen, 5 honigbakjes rondom het vruchtbeginsel en een 5-hokkige, 5-kleppige, veelzadige doosvrucht. Het omvat fraaie heesters met fijne bladeren en okselstandige, de dunne takken aarvormig bedekkende bloemen. Van de soorten noemen wij: E. acuminata Benth., met rode bloemen; E. impressa Labill., met talrijke, naar één zijde afhangende rode bloemen met hoekige bloemkroonbuizen; E. obtusifolia Sm., met kleine witte bloemen; E. purpurcasens R.Br., met korte, witte of rose bloemen.
Verwant met Epacris is het geslacht Dracophyllum Labill., met 25 soorten in Australië en Nieuw-Zeeland, waaronder zich verschillende sierplanten bevinden, zoals D. capitatum R.Br., met lancetvormige, spitse, onbehaarde bladeren en fraaie, witte bloemen. Zeer groot, met 172 soorten in Australië, Nieuw Guinea en het Maleise gebied, is het geslacht Styphelia Sol., met een steenvrucht met een 5-hokkige, 5-zadige steenkern. Een bekende gebergte-plant van Oost-Java is bijv. S. pungens (Jungh.) Kds.