tot Middelstum, Dorema en Engelboort, Jonker Barthold (1539 - voor Groningen 27 Mei 1580), was mede-ondertekenaar van het Verbond der Edelen en werd in 1570 door Alva verbannen, met verbeurdverklaring van zijn goederen. Hij streed bij Heiligerlee, woonde de slag bij Jemmingen bij en zwierf van 1569 tot 1572 als een echte Watergeus op zee, terwijl hij zich door plundering en geweldpleging langs de kust, op de eilanden en in Oostfriesland berucht maakte.
Als overste-luitenant van Lumey nam hij deel aan de verovering van Den Briel en verscheen op 25 Juni 1572 voor Dordrecht, om de stad voor de partij van Oranje op te eisen. De aanslag gelukte en hij ging vervolgens op last van de prins naar Goes, om er bij het belegeren dier plaats Tseraerts ter zijde te staan, doch deze aanslag, evenals die op Arnemuiden, mislukte (Oct. 1572). Evenals Lumey maakte hij zich in Holland schuldig aan daden van onmenselijke wreedheid. Hij werd daarom in 1573 gevangen gezet, maar later weer in vrijheid gesteld. In 1576 was hij weer in dienst der Staten, streed in Friesland, Groningen en Drente. Hij onderschepte brieven van Rennenberg, doch te laat om Groningen te behouden. Bij een aanval op het Schuitendiep werd hij in 1580 door een kogel dodelijk getroffen. Entens was het type van de ruwe, niets ontziende, maar toegewijde edelman-officier uit die tijd.Lit.: Nieuw Ned. Biogr. Woordenb. VI.
