Heilige, werkte als missie-bisschop in Beieren, waar hij na zijn dood (in 652 ?) algemeen vereerd werd. Volgens de legende nam hij vrijwillig de zedelijke schuld van anderen op zich, wat hem ten slotte het leven kostte.
Zijn ware historie te schrijven zal wel niet meer mogelijk zijn. De kerk te Regensburg, waar zijn stoffelijk overschot werd heengebracht, werd later de beroemde Benedictijnerkerk Sankt-Emmeram.Anna Catharina EMMERICH
(Flamske, 8 Sept. 1774-Dülmen 9 Febr. 1824), werd in 1802 Augustijnernon te Dülmen in Westfalen en bleef, toen het klooster in 1812 werd opgeheven, ter plaatse wonen. Wereldberoemd zijn haar visioenen, zoals deze door Clemens Brentano* werden opgetekend en in geheel Europa in vertaling zijn verschenen. In haar extasen heeft zij nl. merkwaardige bijzonderheden menen te zien uit het leven en lijden van Christus en zijn moeder. Of Brentano die visioenen steeds woordgetrouw heeft weergegeven, wordt betwist, ook door hen, die de echtheid er van aanvaarden. Nog in deze tijd staat A. C. Emmerich in de belangstelling, vooral sedert het geval van Konnersreuth (Thérèse Neumann*); ook te Rome werd haar zaak behandeld, dit in verband met een mogelijke heiligverklaring.
Bibl.: Cl. Brentano, Das bittere Leiden unsres Herrn Jesu Christi (Salzburg 1833); Idem, Das Leben der heiligen Jungfrau Maria (1852). Vgl. W. Hümpfer, Brentano’s Glaubwürdigkeit in seinen E.-Aufzeichnungen (1923).
Lit.: Schmöger, Das Leben der gottseligen Anna Kath. E. (2. Auf!., 2 Bdn, Freiburg 1872-’73) ; Th. k Villanova Wegener, A. K. E. und Klemens Brentano (6de uitg. 1922); Idem, Das wunderbare innere u. äussere Leben der A. K. E. (6de dr. 1921); J. Seidl, Vergessene und verleugnete Wahrheiten (2 dln, Graz 1928, ’30).