ook wel Lebrija geheten, eigenl. Antonio Martinez de Cala, gelatiniseerd Aelius Antonius Nebrissensis, Spaans grammaticus en latinist (Lebrija, Andalusië, 1441 - Alcala de Henares 2 Juli 1522), studeerde te Salamanca, bracht tien jaar (1460-1470) in Italië door en doceerde sinds 1473 te Salamanca.
Hij geldt als de eerste Spaanse humanist van zijn tijd, en schreef o.a. Introductiones latinae (1481), de vermaat de Gramática sobre la lengua caste liana (Salmaticae 1492, fotogr. repr. d. E. Walberg, Halle 1909), de oudste wetenschappelijke spraakkunst van een levende taal, en een Interpretación de las palabras castellanas en lengua latina (1495?). In 1514 werd hij professor te Alcala de Henares. Kardinaal Fr. Jiménez de Cisneros wist gebruik te maken van Nebrija’s kennis van het Latijn en het Grieks voor de Biblia poliglota, of Biblia complutense, die in 1520, op last van de kardinaal, te Alcala in het Hebreeuws, het Grieks, het Chaldeeuws en het Latijn werd uitgegeven.
De belangstelling van Nebrija ging uit naar het recht, de theologie, de archaeologie, de historie en de paedagogie. In de Spaanssprekende wereld wordt zijn figuur zeer vereerd. Menéndez y Pelayo beschouwde hem als „de meest briljante literaire persoonlijkheid van het Spanje der Katholieke koningen”.PROF. DR C. F. A. VAN DAM
Bibl.: Gramatica castellana, ed. Ig. Gonzalez-Lluvera (Oxford 1926), ed. P. Galiano Romeo y L. Ortiz Munoz, 2 dln (Madrid 1946); In ius civile lexicon, 1506, herdr. als: Léxico de derecho civil, Textos latino y castellano, ed.
C. H. Nüiiez (Madrid 1944); De liberis educandis, gepubl. d. R. Chabas, in: Revista de archivos (1903), Duitse vert. d. K. Hadank (Leipzig 1912).
Lit.: P. Lemus y Rubio, El Maestro Elio Antonio de Lebrixa, in: Rev. Hisp., dl XXII (1910), blz. 459-508, en dl XXIX (1913), blz. 13-120; F. G. Olmedo, N. (Madrid 1942); Miscellanea Nebrija, t. I (Madrid 1946), ed. Instituto „Ant. de Nebrija”.
