Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

ELECTROPATHOLOGIE

betekenis & definitie

is de kennis van de algemene en plaatselijke afwijkingen, ontstaan door inwerking van de electrische stroom (of bliksem) op mens of dier. Zij wordt hoofdzakelijk beheerst door de weerstand bij de geleiding van de electrische stroom; de prophylaxe houdt hiermee weer nauw verband.

Belangrijke gegevens danken wij aan Jellinek (Wenen), die van deze ongevallen een uitgebreide studie maakte en de aandacht vestigde op de behandeling en prophylaxe. De electrische ongevallen zijn thans sterk verminderd door talrijke voorschriften bij het aanleggen van electrische installaties en het vervaardigen van electrische instrumenten, alsmede adviezen bij het omgaan met electrische stroom.FULGURATIE.

Ontladingen van atmosferische electriciteit kunnen plaats hebben van wolk tot wolk: zgn. weerlichten, een fraai gezicht en, naar van zelf spreekt, ongevaarlijk (sommigen noemen weerlichten het zichtbare teruggekaatste licht van de bliksem). Geschiedt de ontlading van wolk tot aarde dan spreekt men van bliksem-, ongevallen hierdoor veroorzaakt noemt men fulguratie. Bij de bespreking hiervan herinneren wij er aan dat metalen en water de stroom geleiden; organische stoffen geleiden slecht of niet (dit heet isoleren); wij noemen als zodanig: hout, wol, katoen, linnen, zijde, rubber. Voorts isoleert: glas, ijs, sneeuw en ijzel, mits natuurlijk droog. Een punt dat uitsteekt (boom, kerktoren) zal eerder worden getroffen, de electrische lading wordt hier opgehoopt; uit een en ander volgt dat bij onweer degeen die zich op een vlakte bevindt plat moet gaan liggen. Ook moet hij niet in de nabijheid komen van uitstekende punten bijv. bomen. Populieren worden door hun hoogte en eiken (vermoedelijk door de ruwe bast) verreweg het meest getroffen; ook vruchtbomen en de larix. Daarentegen worden beuken zelden getroffen. Verder leune men niet tegen ijzeren voorwerpen: bruggen, ijzeren palen of loodsen. Het denkbeeld dat door de isolatie van de rubberbanden het gevaar van inslag van een wielrijder niet kan vóórkomen is onjuist: de kleine afstand waarover de vonk moet springen is van geen betekenis. Terwijl in electrische treinen en trams het licht wordt ontstoken om aan de bliksem een niet door de motor gaande weg aan te bieden, heeft dit in auto’s geen zin. Op vaartuigen houde men zich verwijderd van de masten, al of niet van metaal. In de lucht kan een vliegtuig in een onweerswolk (deze bestaat uit twee of meer horizontale lagen van deeltjes met tegengestelde lading) de blikseminslag inleiden; het vliegtuig vormt dan een deel van de baan van de bliksem.

De gevolgen van blikseminslag worden bepaald door mechanische, calorische en electrische factoren; mensen worden neergeworpen, kleren afgerukt, er kunnen brandwonden ontstaan en stroomtekens op de huid, bewustzijnverlies kan volgen. Men passé in dit geval kunstmatige ademhaling toe; gevallen zijn bekend waarin dit succes had.

De ongevallen door electrische stroom noemt men wel electrocutie*; hieronder wordt ook verstaan de terechtstelling door de electrische stroom zoals in Amerika wordt toegepast; hierbij is gebleken, dat een hoge spanning niet steeds het gewenste resultaat had; de spanning is toen aanzienlijk verminderd. Ook bij ongevallen door gebreken in electrische installaties of electrische instrumenten blijkt hoge spanning soms minder noodlottig dan lagere. Terwijl echter bij het installeren rationele voorschriften gevolgd moeten worden, is bij het gebruik van electrische instrumenten door slijtage en gebrek aan onderhoud een ongeval niet zeldzaam (vooral defecte snoeren). Ook onoordeelkundig gepruts aan het electrische net of onverstand (peuteren van kinderen in een stopcontact) en misplaatste grappen (als voorbeeld gelde het onder spanning zetten van een zinken urinebak) veroorzaken soms ongelukken.

Ook hier zijn geleiding en weerstand belangrijke factoren. Een droge vereelte huid isoleert, maar als de huid vochtig is door zweet en de werkman schoenen met spijkers draagt en in een metalen ruimte (tank, ketel) werkt met een looplamp waarvan de isolatie defect is, dan heeft men de best denkbare combinatie voor een ongeval. Zo ook als met één hand een electrisch apparaat wordt bediend (strijkijzer, ketel) en met de andere hand waterleiding of gasleiding wordt aangeraakt.

De gevolgen van de electrische stroom zijn verschillend. In de eerste plaats brandwonden, variërend van oppervlakkig (roodkleuring) tot zeer diep, waarbij de stroom hetzij spierweefsel, hetzij de bloedvaten volgt en verkleuring van de huid kan ontstaan door neerslaan van het metaal van de geleider in gasvorm op de huid. Dan: tijdelijke of blijvende blindheid ten gevolge van een vonk bij kortsluiting of van de stroom zelf. Voorts kan de dood intreden door fibrillatie van de hartkamers; hoofdzakelijk wanneer zwakstroom de weg volgt van de ene hand naar de andere, van hand naar tegenoverliggend been, of van hoofd naar arm of been. Zelden komt ademhalingstilstand voor. Zwakke wisselstroom kan hartstilstand veroorzaken, maar ook kamerfibrillatie en dood. Hoog frequente wisselstroom is ongevaarlijk doordat hij wordt voortgeplant aan de oppervlakte van de geleiders. Sterkstroom verwekt geen kamerfibrillatie, wel verbranding en soms kortdurende hartstilstand, gevolgd door onregelmatige hartactie, verder acute of vertraagde dood door verhitting van hersenen of ruggemerg. Gelijkstroom geeft alleen gevaar voor kamerfibrillatie bij openen en sluiten. Hartlijders kunnen na een (kort) interval sterven. Of schijndood kan ontstaan is volgens dr Jenny (Der elektrische Unfall) zeer twijfelachtig; in aifwijking van de overtuiging van Jellinek, dat langdurige kunstmatige ademhaling redding kan brengen, acht hij deze nutteloos; toch adviseert hij kunstmatige ademhaling toe te passen. C. K. Drinker geeft het volgende schema: bij ademhalingstilstand: kunstmatige ademhaling; bij ademhalingstilstand en polsstilstand: kunstmatige ademhaling en intraveneus adrenaline; bij hartfibrillatie: geen therapie, en zeker geen injectie: adrenaline is hier zelfs schadelijk (Journ. of the Am. Med. Assoc., June 1945).

Voor de leek gelde het volgende: getroffene bevrijden uit de electrische stroom door afsluiten of afleiden van de stroom of door getroffene uit de stroom te verwijderen met gebruik van isolerende voorwerpen; daarna bij bewusteloosheid kunstmatige ademhaling toepassen; brandwonden worden steriel verbonden; andere afwijkingen (oog, oor, inwendige beschadigingen) late men over aan de deskundige.

DR J. W. LOOS

Lit.: Jellinek, Der electrische Unfall (Wien 1927); Balthazard, Traité de Pathologie Médicale (Paris 1922); The Journal of Industrial Hygiene; Van Gulik, Leerb. d. Meteorologie (1932); Bleeker, Leerboek der meteorologie (1942); F. Jenny, Der electrische Unfall (Bern 1944).

< >