Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Eggerik beningha

betekenis & definitie

Fries staatsman (Grimersum 1496 - Leer tg Oct. 1562), was hoofdeling te Grimersum, Jarsum en Widdetsveer en eindelijk, door zijn huwelijk met Gela van Borssum, ook te Borssum. Hij wordt geroemd als een van de voornaamste staatslieden van OostFriesland; bij zijn dood was hij drost van Leer.

Zijn in het plat-Duits geschreven Oostfriese kroniek loopt tot aan het jaar van zijn overlijden en werd in 1587 door Ubbo Emmius in het Latijn vertaald. Deze kroniek werd voor de eerste maal uitgegeven door A. Matthaeus, onder de titel Chronyck oft historie van Oost-Friesland (Leiden 1706); kort daarna verscheen er nog een tweede uitgave, door E. F. Harkenroth, onder de titel Volledige chronyk van Oostfrieslant (Emden 1723).

< >