(ca 1648 - Londen 15 Febr. 1713)5 was een koffiehuishouder te Londen, in wiens inrichting veel handelslieden en zeevaarders kwamen, die er hun nieuwtjes wisselden. Lloyd trachtte de aantrekkelijkheid er van als nieuwskantoor te bevorderen op verschillende manieren, o.a. door de, kortstondige, uitgave van een blaadje, Lloyd’s ruws. Uit de bijeenkomsten bij Lloyd is langs een weg, waarvan de geschiedenis even merkwaardig als boeiend is, uit zijn bezoekers een machtige verzekeraarsvereniging met name „Lloyd’s” gegroeid, die zich bezig houdt met allerlei verzekerings- en scheepvaartaangelegenheden ten dienste van het desbetreffende verkeer en daarnaast een streng zakelijk en zedelijk toezicht houdt op haar aangeslotenen.
Zelf verzekeren doet zij niet. De leden doen hun zaken „each for himself and not one for another”. De vereniging heeft allerlei nuttige instellingen en formulieren in het leven geroepen, die er naar heten. Een afzonderlijk lichaam, al is er nauwe aanraking, is het „Lloyd’s Register of British and Foreign Shipping”, dat een gezaghebbend schepenboek uitgeeft. Het woord „Lloyd” is opgenomen als een soort vage aanduiding voor een scheepvaart- of verzekeringsbedrijf in de namen van vele ondernemingen van dien aard in allerlei verschillende landen; zo kent men in Nederland de „Rotterdamsche Lloyd” (lijndienst naar Indonesië) en de „Nederlandsche Lloyd” (verzekering).Het koffiehuis van Edward Lloyd (die dus niet zelf kan worden aangemerkt als de stichter van de naar hem hetende vereniging, maar wiens klanten dit veeleer zijn geweest) heeft gestaan in de Lombardstreet (no 16) ter plaatse waar thans het „City”-filiaal staat van „Coutt’s Bank”; het reusachtige gebouw van het huidige „Lloyd’s” verrijst in de Leadenhallstreet.
PROF. MR R. P. CLEVERINGA
Lit.: Ch. Wrighten C. E. Fayle, A History of Lloyd’s (1928).
