(ook wel edelgassen) zijn de gassen helium, neon, argon, krypton, xenon en radon. Het zijn de elementen uit de achtste kolom van het periodiek systeem van de elementen (zie atoommodel).
Hun electronenconfiguratie is gekarakteriseerd door een afgesloten buitenste sfeer van acht electronen (edelgas-configuratie). Deze zelfde electronenconfiguratie is ook aanwezig bij een groot aantal positieve en negatieve ionen van andere elementen (zie chemische binding). Door de afgesloten configuratie zijn de edele gassen chemisch practisch inert, vandaar ook de naam. Hun waardigheid is nul, en de ionisatie-energie, nodig om een electron te verwijderen, is hoog. Er zijn geen stabiele verbindingen bekend van deze elementen; slechts kent men instabiele hydraten en daarmee overeenkomstige complexen met zoutzuur. In de bovengenoemde reeks neemt met stijgend atoomnummer de vluchtigheid af en neemt de oplosbaarheid in water en organische oplosmiddelen toe. De edele gassen komen in geringe hoeveelheden voor in de atmosfeer, in het bijzonder argon, voorts helium ook in aardgas.
PROF. DR J. A. A. KETELAAR