symbool Rn, atoomnr 86, is het laatste in de rij van de edele gassen. De naam is afgeleid van radium; vroeger werd het ook als niton en daarvoor als emanatie betiteld.
Het radon werd in 1900 door Dom en door Rutherford* ontdekt, maar pas in 1908 werd het door Ramsay* afgezonderd en onderzocht. Het is het zwaarste gas en het kookt bij -61,8 gr. C. (sm.pt-71 gr.), s.g. van de vloeistof 4,4. Het radon bestaat uit verschillende isotopen; uit radium ontstaat het isotoop met atoomgew. 222 (z radioactiviteit) dat zelf weer verder uiteenvalt onder uitzending van α-deeltjes (halveringstijd 3,825 dagen). Ook in de actiniumreeks ontstaat een isotoop 219 van radon (ook wel actinon An genoemd), evenals in de thoriumreeks (atoomgew. 220, ook thoron Tn genoemd). Deze hebben echter beide een zeer korte halveringstijd (3,92 sec. en 54,5 sec.).
Radon komt ook voor in alle radiumpraeparaten, ook in radioactieve bronwateren (0,6 mm3 per g radium), en het kan gemakkelijk daarvan worden gescheiden door afpompen en condenseren. Radon lost vrij goed op in water, 0,25 l per l water bij 20 gr. of ruim 13 x zoveel als lucht, maar vooral ook lost het zeer sterk op in organische vloeistoffen, zoals benzeen. Afgesmolten buisjes met radon vinden toepassing in de geneeskunde voor bestralingen.PROF. DR J. A. A. KETELAAR
