zijn alle waterhoudende verbindingen; vaak onderscheidt men nog kristalwaterhoudende zouten en andere verbindingen (z hydratatie). Merkwaardig zijn de vaste hydraten van gassen, zoals Cl2.8H20 e.d., die echter alleen bij lagere temperaturen en vaak slechts onder verhoogde druk bestaan.
Voor een hydraat geldt, dat wanneer bij een temperatuur de waterdampdruk geringer wordt dan een bepaalde waarde, dat dan het hydraat water verliest, en het kristal verweert. Een mengsel van een hydraat en het overeenkomstige lagere hydraat of watervrije zout geeft een atmosfeer van constante vochtigheid [z exsiccator).In verschillende gevallen is het moeilijk te zeggen of het water in een verbinding aanwezig is als kristalwater, d.w.z. als min of meer zelfstandige moleculen water, zoals in de genoemde gevallen, dan wel als constitutie-water, zoals in Mg(OH) 2 of MgO.HaO en bijv. chloraal hydraat CCl3CH (OH)2. Hydraat-isomerie komt voor bij chroomchloride, de zgn. aquo-complexen (z chroom, chroomverbindingen).
PROF. DR J. A. A. KETELAAR.