Spaans dramaturg (Madrid 19 Apr. 1832 - 16 Sept. 1916), was ingenieur, wiskundige, econoom en politicus. Na de revolutie van 1868 werd hij directeur van openbare werken en minister van Handel en Nijverheid (1869-1872).
In 1873 vertoefde hij als balling te Parijs. Het volgende jaar keerde hij naar Spanje terug en werd minister van Financiën. Aan hem is de oprichting van de Banco de España te danken (1874). In hetzelfde jaar debuteerde hij als dramaturg met El libro talonario, verschenen onder het anagram Jorge Hayaseca. Sedert heeft hij meer dan zestig dramatische werken geschreven, zowel in proza als in verzen. In de grond was hij een romanticus. Zijn stukken zijn goed in elkander gezet, maar zij zijn zeer op effect berekend. Het beste en het beroemdste drama van Echegaray is El gran Galeoto (1881). Enige tijd lang onderging hij sterk de invloed van Dumas. Echegaray stond open voor alle nieuwe problemen van de positivistische tijd. In 1905 kreeg Echegaray samen met Mistral de Nobelprijs. Zijn dramatisch œuvre is thans voor een groot deel reeds geheel verouderd.
Bibl.: (voorn, werken): La esposa del vengador (1874); En el puño de la espada (1875); En el seno de la muerte (1879); El hijo de don Juan (1892); El loco Dios (1900).
Lit.: L. Antón del Olmet & A. García Carraffa, Echegaray (Madrid 1912); H. de Curzon, Le théâtre de J. E.: Etude analytique (Paris 1912); A. Gallego y Burin, E. (Granada 1917).