Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DOORWERTH (kasteel)

betekenis & definitie

eig. Dorenweerd (de), is een huis en heerlijkheid in een waard aan de Rijn nabij Heelsum. Het kasteel bevond zich in de tweede helft der 13de eeuw in handen van het geslacht Van den Dorenweerde als allodiaal goed.

Er was hoog en laag rechtsgebied over het slot met omgeving aan verbonden, waarvan de beruchte gevangeniskelders nog de herinnering bewaren. Voorts was er een niet onaanzienlijke leenkamer. De oudst bekende heer was Bernd van den Dorenweerde (ca 1260); zijn gelijknamige kleinzoon was o.m. baljuw van Amstelland en Gooiland vanwege bisschop Guy van Utrecht van 1305-’07 en naderhand raad van graaf (hertog sedert 1337) Reinald II van Gelre. Diens tweede kleinzoon Robert van den Dorenweerde droeg aan de toenmalige hertog zijn huis en heerlijkheid c.a. op om het als „welgeboren dienstmansgoed” terug te ontvangen (1402). Roberts tweede dochter Agnes huwde Dirk van Wisch, lid van het geslacht der bannerheren van Wisch, wiens dochter Stevina door haar echtverbintenis met Hendrik van Homoet de Doorwerth in het geslacht Homoet bracht. Hun zoon Reinald, sedert 1430 heer van de Doorwerth, was een bekende figuur in de omgeving van hertog Arnold. Zijn weduwe Sophia van den Bylandt, vrouwe van de Doornenburg, hertrouwde in 1461 met Johan van Hemert, die zich lange tijd als heer van Doorwerth gedroeg. Het kasteel werd na een 9-daags beleg in 1493 door hertog Karel van Gelre ingenomen en bezet. Met Sophia’s dood eindigde haar vruchtgebruik van het huis en de heerlijkheid. Haar oudste dochter Maria, vrouw van Sweder van Montfoort, deed haar rechten in 1500 over aan haar zuster Margaretha, weduwe van Jan van Rechteren van Voorst, die ook de heerlijkheid Rosande bij Oosterbeek bezat. Walrave van Voorst, Margaretha’s achterkleindochter, bracht door haar huwelijk met Daem Schellart van Obbendorf, heer van Geysteren, enz., de Doorwerth in het geslacht Schellart, in welks bezit huis en heerlijkheid bleven, totdat zij in 1677 overgingen aan Anton, rijksgraaf van Aldenburg, buitenechtelijke zoon van Anton Günther, de laatste graaf van Oldenburg. Antons kleindochter Charlotte Sophia van Aldenburg huwde in 1733 Willem Bentinck van Rhoon. Hun achterkleinzoon Charles van Aldenburg Bentinck, Engelsman van nationaliteit, verkocht het kasteel c.a. in 1837 aan Jacob Adriaan Prosper van Brakell, wiens dochter Jacqueline in het huwelijk trad met Hendrik Anton van Rappard. Hun beider zoon Jacob Gabriël verkocht het kasteel in 1908 aan J. W. F. Scheffer, die op de Duno de modelboerderij het Huis ter Aa stichtte. Sinds 1910 is de Vereniging Doorwerth eigenares van het oude slot. Dank zij de goede zorgen van F. A. Hoefer is de burcht daarop geheel gerestaureerd onder leiding van J. Th. J. Cuypers. In de gebouwen werd o.a. het Nederlands Artilleriemuseum gevestigd en werd een vergadergelegenheid voor de commanderij Nederland van de Johanniter-orde ingericht. In 1944-’45 hebben de Duitsers er zich verschanst, zodat het kasteel ten gevolge van oorlogshandelingen in een bouwval veranderde.DR A. J. MARIS

Lit.: H. M. Werner, Geldersche Kasteelen (1908), II; F. A. Hoefer, Enkele Meded. omtr. het kasteel D. (in: Bouwk. Tijdschr., 1908, XXIV, 2de druk, blz. 37, afzonderlijk heruitgeg. ’s Gravenhage 1910); Id., „De Doorwerth” in: Buiten, 1909; E. W. Moes en K. Sluyterman, Kasteelen en hun Historie (1912), I, blz. 215; J. Th. J. Cuypers, Het Kasteel de D. (in: De Ingenieur, 1928, XLIII, A 222).

< >