Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DODENBOEK

betekenis & definitie

Het Egyptische Dodenboek is een verzameling spreuken, die de dode in het graf werden meegegeven om hem in het hiernamaals van nut te zijn. Zo zijn er spreuken om niet voor de tweede maal te sterven, om de gedaante van een valk, een krokodil, een phoenix enz. aan te nemen, om niet van zijn hart beroofd te worden, om slangen af te weren, om uit en in te gaan in de onderwereld, om niet te werken in de onderwereld, om geen vuil te eten in de onderwereld enz.

Beroemd zijn de spreuken die handelen over het dodengericht (no 125) en over het hart (no 30). Vaak worden deze begeleid door een illustratie; wij zien hoe de dode door Anubis wordt geleid naar de weegschaal, waarop het hart van de dode (de vaasvormige hiëroglief) wordt gewogen; op de tweede schaal staat een veer, symbool van Māt (het Recht, de Orde). Thoth tekent het resultaat op en een monster (een mengvorm van krokodil, leeuw en nijlpaard) dreigt de schuldige te verslinden. De rechtvaardige, die voor de 42 dodenrechters de zgn. negatieve belijdenis (ik heb niet gedood, enz.) kan uitspreken, wordt verder geleid naar Osiris. De zonden, die de dode opsomt, zijn een mengeling van zedelijke en cultische misdrijven.De spreuk over het hart wordt vaak geschreven op een kevervormige amulet, de scarabee, die op het hart van de mummie wordt gelegd. Deze bevat de bede, dat het hart de naam van de dode niet stinkende zal maken door hem van zonde te beschuldigen bij de bewaker van de weegschaal.

Andere beroemde spreuken zijn die over de beeldjes die het werk voor de dode moeten verrichten (no 6), over de Velden der Zaligen (no 110) en de reeds door de Egyptische theologen van een commentaar voorziene spreuk no 17. Men moet zich het Dodenboek dus niet voorstellen als een eenheid, een boek met verschillende hoofdstukken, doch als een willekeurige verzameling van spreuken, waarvan het aantal wisselt al naar de grootte van de papyrusrol, die men bestelde. Vermelding verdient nog dat sommige dezer Dodenboeken zeer mooi geïllustreerd zijn (de zgn. vignetten), één der oudste voorbeelden van boekillustratie. De oudste dezer dodenboekrollen dateren uit de 18de dynastie, doch de meeste spreuken zijn veel ouder. Van vele vindt men reeds afschriften op de lijkkisten van het Middel-Rijk en vroeger, van enkele zelfs op de wanden der pyramiden (5de en 6de dyn.). Het Dodenboek is dus slechts een voortzetting (op papyrus) van deze oudere verzamelingen, die bekend zijn onder de naam Coffin Texts en Pyramidenteksten. In de loop der eeuwenlange geschiedenis, die de meeste dodenboekspreuken achter zich hebben, zijn vele fouten in de tekst geslopen: het Dodenboek is dan ook zeer moeilijk en op vele plaatsen onvertaalbaar. Geen der vele vertalingen is betrouwbaar.

Lit.: K. Sethe, Die Totenliteratur der alten Aegyptern (Sitzber. Pr. Ak. Wiss. Phil.-Hist. Klasse 1931, XVIII). Een uitgave met vertaling, o.a. E. A. Wallis Budge, The book of the dead (1899).

< >