Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DIDYMUS DE BLINDE

betekenis & definitie

of van Alexandrië, Grieks theoloog (ca 313-398), verloor als kind van vier jaar het gezicht; werd desondanks, door taaie arbeid en de hulp van een uitzonderlijk geheugen, een van de grootste geleerden van zijn tijd, representatief theoloog en beroemd exegeet. Door Athanasius aan het hoofd van de Alexandrijnse Catechetenschool geplaatst, leraarde hij er, als ongehuwd leek meer dan een halve eeuw.

Zowel exegetisch als dogmatisch volgt hij de Alexandrijnse richting (allegorische exegese, zoals bij Origenes). Als doctrine is vooral zijn werk Over de Drieëenheid (3 boeken) van belang, waarin men de nauwkeurige formule vindt „ene oesia in drie hypostasen” en waarin hij alle Subordinatianisme afwijst. Het grootste gedeelte van zijn werken is verloren gegaan; bewaard zijn nog:1. Over de H. Geest (vertaald door Hiëronymus);
2. Tegen de Manichaeërs;
3. Commentaar op de canonieke (= katholieke) Brieven.

In sommige leerpunten schijnt hij zich niet los te hebben kunnen maken van de invloed van Origenes (schepping van eeuwigheid; vóórbestaan der zielen; misschien ook een „apokatastasis?”) Zijn leer hierover, niet zijn persoon waarschijnlijk werd veroordeeld op het Vde Alg. Concilie van Constantinopel (553). Daarna werd zijn naam bij die van Origenes en Eragrius gevoegd en meermalen geanathematiseerd. Karakteristiek voor zijn persoon is een diepe godsvrucht; zijn stijl is nogal breedsprakig en kleurloos.

DR G. DE GIER M.S.C.

Bibl.: Migne, Patrologia graeca, XXXIX (1863); Pauluskommentare aus der griech. Kirche, aus Katenenhss. ges. u. hrsg. v. K. Staab (Münster i. W. 1933).

Lit.: G. Bardy, Didyme l'Aveugle (1910); K. Staab, Die Pauluskatenen (Roma 1926); W. Gauche, D. the Blind (Washington 1934); A. Günthor, Die sieben pseudo-athanasianischen Dialoge, ein Werk D. des Blinden, in: Studia Anselmiana (Roma 1941); W. Dielsche, D. v. Alexandrie als Verfasser der Schrift über die Seraphenvision (Freiburg 1942).

< >