Frans natuurkundige (Blois 22 Aug. 1647 - Londen 1712?), studeerde geneeskunde, vestigde zich te Parijs en werd assistent van Huygens. In 1680 maakte hij zijn uitvinding openbaar van een toestel om water onder hoge spanning te koken, de naar hem genoemde Papiniaanse pot of digestor, een pot, die door een daarop vastgeschroefd deksel luchtdicht kon worden gesloten.
Kookt men water hierin, dan ontstaat een hoge druk, het water kookt bij hogere temperatuur (z koken). Hiermee kan men beenderen tot lijm koken. In 1688 werd hij hoogleraar te Marburg en construeerde er een toestel, dat gelijkt op de cylinder der hedendaagse stoommachine. Daarin beweegt zich luchtdicht een zuiger en daaronder bracht hij water aan het koken. Nadat de zuiger was opgestuwd door de stoom, condenseerde hij deze laatste door afkoeling, waarna de zuiger door de drukking der lucht begon te dalen. Hij vervaardigde dit toestel in het belang der nijverheid, maar door tegenstand ontmoedigd liet hij het denkbeeld varen.Bibl.: Expériences du vide avec la description des machines servant à les faire (1674); A New Digestor or Engine for Softing Bones etc. (1681).
Lit.: Leibnizens und Huygens Briefwechsel mit P., bearb. mit E. Gerland (Berlin 1881); E. Ernouf, D.P., sa vie, son œuvre (4de dr. 1888) ; E. Wintzer, D. P.’s Erlebnisse in Marburg (Marburg 1898); Matschosz, Männer der Technik (1925).