Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DENBIGH

betekenis & definitie

graafschap in het noordelijk deel van Wales, telt op 1724 km2 (1946) 165.000 inw. Het land is grotendeels heuvel- en bergland van Silurische ouderdom, dat ten Z. van het Dee-dal in de Berwyn Hills een hoogte van 800 m bereikt.

De brede dalen zijn vruchtbaar en bezitten veel natuurschoon, vooral het dal van de Clwyd en de bovenloop van de Dee, de voornaamste rivier van het land. Een belangrijk deel van de oppervlakte wordt ingenomen door heide en venen; de bodem bestaat voor 15,8 pct uit bouwland; voor 42,7 pct uit permanent grasland en voor 34,9 pct uit natuurlijke weiden. Haver, tarwe en gerst vormen de voornaamste producten van de akkerbouw. De veestapel omvat vooral schapen; naast veel kleine bedrijven treft men hier vooral bedrijven van 12-30 ha aan. In het oostelijk deel (Wrexham e.o.) vindt men steenkolen; verder ijzer, lood, zilver en enig koper. De industrie levert vnl. flanel, handschoenen, kousen enz. De gelijknamige hoofdstad ligt in het dal van de Clwyd aan de spoorweg te midden van een intensief akkerbouwgebied met belangrijke varkensfokkerij en telt (1941) 7844 inw. De voornaamste andere plaatsen zijn het oude stadje Ruthin, het toeristencentrum Llangollen, aan de Dee, met bovendien fabricage van flanel en bier, de badplaats Colwyn Bay en de oude stad Wrexham.

< >