(Mühlhausen 5 Sept. 1830 - Koeta Radja 13 Dec. 1886), trad 8 Sept. 1848 te Harderwijk in dienst, kwam in 1849 in Ned.-Indië, waar hij deelnam aan de krijgsbedrijven in Palembang (1851-’52). Na zich in de jaren 1877-’78 in Atjèh onderscheiden te hebben, werd hij aangewezen, eerst als plaatselijk commandant van Semarang (1879), daarna als militair commandant te Amboina en Ternate (1879-1883).
Van 1883 af zien wij Demmeni als militair commandant in Atjèh, sedert Aug. 1884 tot zijn dood toe als civiel en militair gouverneur te Koeta Radja. Hij werd onmiddellijk belast met de uitvoering van het door de Staten-Generaal genomen besluit tot terugtrekken van de Atjèh’se troepen op een door een goed gesloten keten en posten omgeven hoofdvestiging met gelijktijdige blokkade van de kuststaatjes. 20 Aug. 1884 aangevangen, had Demmeni deze bevolen concentratie na 6 maanden voltooid en waren de troepen achter de concentratielinie opgesteld, met achterlating van vele doden. De blokkade werd niet in al haar strengheid toegepast en reeds Mrt 1885 opgeheven; beperking van de handel met Penang zelfs verboden. Een door Demmeni gevraagde scheepvaartregeling kon in de ogen van de Regering geen genade vinden. Spoedig daarop overleed de tot generaal-majoor bevorderde Gouverneur.PROF. DR C. GERRETSON