(D.P.V.) opgericht 23 Apr. 1879, op initiatief van J. Th.
Cremer. Haar doel is behartiging van de gemeenschappelijke belangen der planters, of zoals het in de Statuten is omschreven: bevordering van de belangen van landbouw en industrie op Sumatra’s Oostkust in het algemeen en van de tabakscultuur aldaar in het bijzonder. De behartiging van die belangen en het beheer van de zaken der Vereniging is opgedragen aan een Bestuur, genaamd „het Planters Comité”, hetwelk jaarlijks door de gewone Algemene Vergadering wordt gekozen. Beoogd wordt allereerst eenheid te brengen in de behandeling van het werkvolk, alsmede samenwerking te verkrijgen op het gebied van arbeidsregeling en import van werkkrachten.
Van haar oprichting af is de geschiedenis der D.P.V. ten innigste verbonden met die van de Deli-cultures.Door de Vereniging werd mede gestreefd naar een doeltreffende arbeidswetgeving. Reeds in 1876 verzochten de Deliplanters aan de regering om een ordonnantie te willen uitvaardigen, waarin de speciale belangen, rechten en verplichtingen van werkgevers en werknemers zouden worden geregeld. Zo kwam in 1880 de Koelie-Ordonnantie tot stand, waaraan een Poenale Sanctie was verbonden, welke tot 1931 van kracht is geweest, doch toen is vervangen door de zgn. „Vrije Arbeidsregeling”.
De D.P.V. heeft in de loop der jaren op verschillend gebied zeer nuttig werk verricht. O.m. noemen we in de eerste plaats het reeds in 1888 gestichte Immigranten Asyl, ten behoeve van werklieden, die niet meer tot arbeiden in staat waren; daarnaast de oprichting van het Deli Proefstation, alsmede van een Pathologisch Laboratorium in 1906, ter bestudering en succesvolle bestrijding van diverse ziekten; een Quarantaine-station, dat in 1914 in eigendom aan de regering overging; een Dactyloscopisch Bureau in 1925, waaraan sedert 1927 een Algemene Inlichtingendienst is verbonden. Tot en met 1940 werd regelmatig een jaarverslag uitgegeven, terwijl publicaties over verschillende voor de leden belangrijke onderwerpen (zgn. „Mededelingen”) het licht zagen.
De na-oorlogse toestanden hebben ook de werkzaamheden van de D.P.V. zeer beïnvloed. Waren ultimo Dec. 1932 bij de D.P.V. nog 13 grote Delicultuurmaatschappijen, met te zamen 46 tabaks- en 9 rubberondernemingen met resp. 63320 en 10 953 werklieden aangesloten, door inkrimping en fusie bedraagt het ledental in 1949 nog slechts 6 maatschappijen, te zamen beherende 50 cultuurondernemingen, nl. 34 tabaks- en 16 rubber- en andere ondernemingen, met rond 60 000 arbeiders, waarvan 36000 mannen en 24000 vrouwen. Van dit totaal aantal arbeiders werken 45000 in de tabak en 15000 in de overjarige cultures. Ook de Deli Spoorweg Maatschappij en de Waterleiding Maatschappij „Ajer Beresih” zijn bij de D.P.V. aangesloten.
Lit.: P. W. Modderman, Gedenkboek 50-jarig bestaan D.P.V. (Batavia 1929).