Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

De VLIEGENDE HOLLANDER

betekenis & definitie

is de naam van een spookschip — ook wel de aanduiding voor de kapitein daarvan — dat volgens oude zeemansverhalen met doden bemand en met volle zeilen' tegen de wind in zou rondvaren, zelfs door andere schepen heen zou zeilen en dat voor de schepen die het ontmoette een teken van dreigende ondergang zou zijn. De verhalen hierover zijn niet ouder dan de 17de eeuw en vermoedelijk van Engelse oorsprong (The Flying Dutchman).

Oorspronkelijk wordt het gebied om Kaap de Goede Hoop aangewezen als de plaats waar De Vliegende Hollander verscheen, in latere verhalen spookte het schip op alle Engelse en Duitse zeeën, ten slotte op alle zeeën. De kapitein heet in de Engelse verhalen Vanderdecken, in de Nederlandse sage Van Straaten, in de Duitse redactie von Falkenberg. Hij zou tijdens een storm om Kaap de Goede Hoop hebben willen varen; toen hem dit werd ontraden, gezworen hebben dat hij desnoods met de hulp van de duivel zijn tocht zou doorzetten. Sindsdien moet hij zeilen tot het einde der dagen, zonder ooit vooruit of aan land te kunnen komen. Op het stuurloze schip dobbelt de kapitein om zijn ziel met de duivel. Volgens andere verhalen voer de kapitein uit op Goede Vrijdag, en moet nu dolen als de Wandelende Jood tot Christus’ wederkomst.

Het verhaal van de Nederlandse kapitein is o.a. literair bewerkt door Heinrich Heine in zijn Memoiren des Herrn von Schnabelewopski (1834), door Wagner in zijn opera Der Fliegende Holländer (1843), door Marryat (The Phantom Ship, 1839). In Nederland door de dichters S. Vestdijk (i g41) en M. Mok (1941).

Lit.: G. Kalff Jr, De sage van de V. H. (1923).

< >