is het erekleed van de diaken in de Latijnse liturgie, als zodanig in mindere of meerdere mate ook de weergave van het opperkleed, dat tijdens de 2de eeuw te Rome zowel bij de vrouwen als bij de mannen van de hogere stand in de mode kwam en in de 4de eeuw als liturgisch gewaad gereserveerd bleef voor de paus en zijn diakens, van de gde eeuw af algemeen werd voor alle diakens. Aanvankelijk was het een tot aan de voeten reikend wit wollen of linnen bovenkleed, met twee paarse of rode smalle banden van boven tot onder en ook langs de brede afhangende mouwen.
Van de 10de eeuw af is men gaan inkorten en uitsnijden, zodat ten slotte ook de schoonheid er veel bij verloor. De nieuwe modellen beantwoorden meer aan de eisen van een goede smaak. Daar de dalmatiek (uit witte stof) oorspronkelijk een feestkleed was, werd zij op boetedagen vervangen door de zgn. planeta plicata. Dat gebeurt nog heden ten dage, hoewel sinds de 10de eeuw ook hier de liturgische kleuren gelden en in rouwmissen zelfs een zwarte dalmatiek gebruikt wordt. In de pontificale mis draagt de bisschop of abt onder zijn kazuifel ook nog een dalmatiek en een tunicella uit lichte stof.Lit.: J. Braun, Die liturg. Gewandung (1907).