(vermoedelijk uit coviria = mannengemeenschap), afdeling van het Romeinse volk.
Volgens de overlevering zou in oorsprong het volk zijn verdeeld geweest in 3 tribus (afdelingen) en elk van deze in 10 curiae, terwijl elke curia een aantal gentes (geslachten) omvatte. Iedere curia verenigde haar leden bij sacrale plechtigheden en ook ter bespreking van gemeenschappelijke belangen. Te zamen waren zij verenigd in de Comitia curiata. Curia werd ook gebruikt ter aanduiding van het vergaderlokaal der curiae; de Curia Hostilia op het Forum te Rome is de meest gebruikelijke vergaderplaats van de senaat; in de keizertijd werd deze vervangen door de door Caesar en Augustus gebouwde en gedeeltelijk bewaard gebleven Curia Julia. Vandaar dat curia ook vaak wordt gebruikt in de zin van senaatsvergadering of senaat; de naam is overgebleven in de R.K. Kerk (z curie 1).