4-methyl-3-methoxyphenol, formule: C6H3(CH3) . (OCH3) . OH, sm.pt 5,3 gr. C., k.pt 221 gr.
C., komt voor in de teer van beukenhout. Daar het bederfwerend werkt, is het dus mede verantwoordelijk voor de verduurzamende invloed van het roken van vleeswaren en van het teren van hout.CRÊPE-WEEFSELS
noemt men weefsels met een enigszins onrustig, korrelig of rimpelig oppervlak. Dit bijzondere zgn. crêpe-effect kan op verschillende wijzen worden bereikt. Het merendeel van deze weefsels wordt verkregen door het gebruik van crêpe-garens. Dit zijn garens, die zeer sterk naar links of naar rechts ineengedraaid zijn.
Het aantal ineendraaiingen kan meer dan 3000 per meter bedragen. Oorspronkelijk werden crêpegarens uitsluitend uit natuurzijde vervaardigd; tegenwoordig bestaan zij ook uit wol, katoen en vooral uit kunstzijde. Gewoonlijk worden afwisselend één of meer links en eenzelfde aantal rechts gedraaide crêpe-garens in de ketting, in de inslag, of in beide verwerkt en wordt volgens eenvoudige bindingen, bijv. effenbinding, geweven. Door de stof na het weven aan een natte behandeling te onderwerpen ontstaat, doordat de crêpe-garens ten gevolge van de sterke draaiing een grote neiging tot krinkelen vertonen, het voor deze weefsels karakteristieke crêpe-effect.
Met het oog op de sterke neiging tot krimpen bij een natte wasbehandeling dienen kledingstukken uit deze stoffen chemisch gereinigd te worden, bijv. met benzine of trichlooraethyleen.
Behalve door het gebruik van crêpe-garens kunnen crêpe-weefsels worden verkregen door toepassing van speciale weef bindingen, die, in tegenstelling tot de meeste andere, het weefseloppervlak een enigszins onrustig en onregelmatig uiterlijk geven. Vervolgens kan aan gladde stoffen, door er met behulp van geribde walsen reliëfpatronen in te persen, of bij katoenen weefsels door plaatselijke behandeling met natronloog, waarbij een onregelmatige krimp optreedt, een crêpe-karakter worden gegeven. Crêpe-weefsels, die in hoofdzaak toepassing vinden als japon-, voering- en decoratiestof, komen met allerlei variaties onder verschillende fantasienamen voor.
Crêpe-charmeuse is een kunstzijden weefsel met aan weerszijden een verschillend uiterlijk. De inslag, die uit crêpe-garens bestaat, bevat afwisselend 2 links en 2 rechts gedraaide garens. Aan de ene zijde vertoont het weefsel een keperbinding en aan de andere een satijnbinding.
Crêpe-chiffon is een zeer fijne zijden of kunstzijden, in effenbinding geweven, voilestof met afwisselend links en rechts gedraaide garens.
Crêpe de Chine is oorspronkelijk een natuurzijden, tegenwoordig veelal kunstzijden, japonstof in effenbinding met een normaal gedraaid kettinggaren en een inslag met afwisselend 2 links en 2 rechts gedraaide crêpe-garens.
Crêpe-georgette is eveneens in effenbinding geweven, doch hierbij bestaat zowel de ketting als de inslag uit crêpe-garens. Crêpe-georgette komt voor als zijden, kunstzijden of wollen stof.
Crêpe lavable (Frans lavable, wasbaar) is een op crêpe de chine gelijkend kunstzijden weefsel met zwak crêpe-effect.
Crêpe Marocain is eveneens in effenbinding geweven en bevat evenals crêpe de chine alleen in de inslag crêpe-garens. Crêpe Marocain heeft evenwel dikkere inslaggarens, waardoor deze stof, die, behalve uit zijde of kunstzijde, ook uit wol kan bestaan, zwaarder is en een meer uitgesproken ribseffect heeft.
Crêpe-satin is een zijden of kunstzijden in satijnbinding geweven japonstof met een normaal gedraaide glanzende ketting en een matte crêpe-inslag. Door deze combinatie is het weefsel aan de ene zijde sterk glanzend en vertoont het aan de andere een duidelijk crêpe-effect. Het wordt ook wel crêpe-reversible genoemd; reversible is een algemene benaming voor stoffen, die aan weerszijden verschillend zijn en waarbij beide zijden als bovenkant kunnen worden gebruikt.
Crepon is een katoenen weefsel, waarvan het crêpe-effect is verkregen door een plaatselijk bedrukken van het weefsel met natronloog; ook crêpe-weefsels, waarvan alleen voor de inslag een crêpe-garen met slechts één draairichting is gebruikt, worden als crepon aangeduid.
H. G. SPIER.