Dr. president van de Nederlandsche Handelmaatschappij. (Hoorn, 7 Mei 1866 — Hoevelaken, 25 Oct. 1939), bezocht de Openbare Handelsschool te Amsterdam en trad in 1889 in dienst bij de Factorij van de Nederlandsche Handelmaatschappij te Batavia. In 1902 volgde zijn benoeming tot directeur en met ingang van 1 Jan. 1913 volgde hij J.
T. Cremer op als president der Maatschappij; 30 Juni 1934 trad hij als zodanig af.Handel en scheepvaart danken aan Van Aalst buitengewoon veel. Het is zijn stuwkracht geweest, die de Koninklijke Hollandsche Lloyd in het leven riep. Door zijn medewerking kwam de Nederlandsche Scheepvaart Unie tot stand en kwam het later tot een fusie tussen de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij en de Koninklijke West-Indische Maildienst. Bij het uitbreken van en tijdens de eerste Wereldoorlog was Van Aalst naast Treub en Vissering de man, die Nederland voor financiële en economische onheilen heeft behoed. De crisis van 1914 in beurs en bankwezen werd met en onder zijn leiding bezworen. Uit de door hem ingestelde commissie voor de Nederlandse handel ontstond de Nederlandsche Overzee Trust Maatschappij (N.O.T.) die voor de gehele handel van Nederland tijdens de eerste Wereldoorlog van het grootste nut is geweest. Van Aalst was de feitelijke leider van dit lichaam, dat in de moeilijke jaren van de oorlog het vertrouwen in Nederland ophield. Na die oorlog heeft hij krachtig medegewerkt aan het economisch herstel van Europa.
Bij tal van maatschappijen maakte Van Aalst deel uit van het bestuur. Door de Indische belangen van de Nederlandsche Handelmaatschappij had Van Aalst ook grote invloed in de overzeese gebieden.
Buiten het financiële en economische leven is Van Aalst op ander gebied opgetreden. Aan het hoofd van een grote commissie uit het gehele land overhandigde hij op 7 Sept. 1923 het Nationaal Huldeblijk aan H.M. de Koningin. In 1925 gaf hij de stad Amsterdam een schitterend blijk van burgerzin door zijn prachtig woonhuis aan de Herengracht 502 als ambtswoning voor den burgemeester aan de gemeente aan te bieden. Zijn geboortestad Hoorn gaf hij het perceel Grote Oost 55 als standplaats voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken van West-Friesland ten geschenke.
De Universiteit van Berlijn benoemde hem in 1920 tot doctor honoris causa.