Amerikaans staatsman (Overton County, Tennessee, 2 Oct. 1871), was oorspronkelijk advocaat en rechter. Op jeugdige leeftijd in de politiek getreden, werd hij lid der Wetgevende Vergadering van zijn staat en was van 1907-1933 met korte onderbreking lid van het Congres, waarin hij spoedig op de voorgrond trad als expert op het gebied van de financiën en de internationale handel.
In het kabinet van F. D. Roosevelt werd hij minister van Buitenlandse Zaken en vervulde dit ambt van 19331944, een recordperiode. Hij was de geestdriftige voorstander van een vredespolitiek, berustend op economische grondslagen en trachtte lage tarieven tot stand te brengen binnen een zorgvuldig uitgebalanceerd stelsel van wederkerigheidsverdragen ; de binnen- en buitenlandse politiek van zijn president stond de vervulling van dit program echter dikwijls in de weg. Naar buiten de „grand old man” van Roosevelt’s kabinet, speelde hij niettemin doorgaans de tweede viool. Terecht heeft Roosevelt hem echter de „Vader der United Nations” genoemd en als zodanig ontving hij in 1945 de Nobelprijs voor de vrede. Zijn uitvoerige Memoirs verschenen in twee delen in 1948.PROF. DR J. PRESSER.