noemt men een curve of een aantal getallen of curven, welke betrekking hebben op het conjunciuurverloop. Men streeft er naar met een enkel getal of een curve, of een aantal getallen of curven, de huidige stand van de conjunctuur aan te geven met het doel, hieruit een conclusie omtrent het toekomstig conjunctuurverloop te trekken.
Vooral in Amerika kwam het werken met de conjunctuurbarometer tot ontwikkeling. Bekend zijn daar o.m. de conjunctuurbarometer van de Harvard-umversiteit en die van de Brookmire Economie Service en de Babson Statistical Organization. De moeilijkheid met het opstellen van een conjunctuurbarometer is, dat, zelfs al zou men wetenschappelijk precies hebben vastgesteld welk statistisch materiaal nodig is om een prognose te kunnen maken, dit materiaal bijna nooit vlug genoeg gereed is om er een beeld van vandaag op te kunnen bouwen. Meestal gebruiken de samenstellers van de conjunctuurbarometer dan ook uitsluitend die statistische cijfers, die snel beschikbaar zijn (geldomloop, rentestand, prijzen enz.), doch niet de voor het conjunctuurverloop zo belangrijke gegevens als productie-indices, grootte en verdeling van het nationale inkomen enz. Heeft de conjunctuurbarometer voldoende bekendheid, dan kan hij zelf invloed op het conjunctuurverloop nemen.Een nieuwere vorm van conjunctuurbarometer is de spanningsbarometer (zie „De Nederlandsche conjunctuur”, Aug. 1936), welke aangeeft hoever de prijzen, de productie, de investeringen, de winsten enz. op een bepaald moment verwijderd zijn van de geleidelijke ontwikkelingsbeweging, van de trend, van deze grootheden. Nog een stap verder gaan de wiskundige vergelijkingsstelsels, waarmede het o.a. Colin Clark in 1937 gelukte, de ommekeer in de Engelse conjunctuur van dat jaar te voorspellen op grond van de relaties, waarmede hij het conjunctuurmechanisme van dat land beschreef (Economie Journal 1937).
DR L. J. ZIMMERMAN
Lit.: G. V. Cox, An Appraisal of American Business Forecast (I93°)> J- W. Schumpeter, Business cycles, blz. 14 e.v. (1939).