Heilige (in het Ierse district Leinster ca 540 - Bobbio, Lombardije, 23 Nov. 615), genoot een klassieke opvoeding en werd monnik in het beroemde klooster te Bangor. Met de toestemming van zijn overste vertrok hij met 12 medebroeders, waaronder de H.
Gallus, naar het vasteland en ging zich vestigen te Luxeuil in Gallië, waar hij volgens een eigen regel, naar Ierse mentaliteit, een streng boeteleven begon en talrijke discipelen tot zich trok. Hij kreeg nochtans ook veel tegenstanders: van geestelijke zij de vooral, omdat hij, als Ier, de datum van het Paasfeest naar Joodse wijze berekende; van wereldlijke zijde, omdat hij onverbiddelijk het heidense bijgeloof bekampte en de beruchte heerseres Brunhild durfde dwarsbomen. Met geweld uit zijn stichting verdreven, bleef hij jarenlang rondzwerven, totdat hij eindelijk, in 614, zijn tweede grote klooster stichtte te Bobbio ten Z. van Pavia in Lombardije, dat later door zijn handschriftenschat een brandpunt van beschaving werd. Daar stierf hij in 615, na nog het schrikkelijke einde van Brunhild te hebben beleefd.
Zijn orderegel, die in Gallië de oudste kloostergebruiken had verdrongen, maakte in de 9de eeuw weer overal plaats voor een andere regel: die van S. Benedictus, waarvan toen overal de helderheid en gematigdheid geroemd werden. De cultus van S. Columbanus is niet over de gehele Katholieke kerk verspreid en zijn feestdag valt niet overal juist op zijn sterfdag (een schommeling tussen 21 en 27 Nov.).Lit.: E. Martin, Saint Colomban (Paris 1905); J. F. Kenney, The sources for the early history of Ireland, dl I (New York 1929), blz. 186 vlgg., geeft uitv. bibl.; L.
Gougaud, Les chrétientés celtiques (Paris 1911); J. J. Laux, Der hl. Kolumban, sein Leben und seine Schriften (Freiburg i.
Br. 1919); F. Blanke, C. und Gallus (1940); Vita door Jonas, een monnik van Bobbio, ca 640 (uitgeg. o.a. door Migne, Patrologia, series Latina, dl 87, blz. 1011 vlgg.); C.’s regel uitgegeven in Zeitschr. f. Kirchengesch., XV (1895), XVII (1897).