(Iers: Cuige Laighean), de Z.O.provincie van Ierland, heeft een oppervlakte van 19 618 km2 en telt (1946) i 281 120 inw. Het westelijk, zuidelijk en oostelijk gedeelte is bergachtig, vooral in het graafschap Wicklow, ten Z. van Dublin (Lugnaquilla, 926 m).
Daarentegen hebben het N. en het binnenland onafzienbare vlakten (bouw- en weilanden en veenmoerassen). De belangrijkste rivieren zijn de Shannon, de Barrow, de Avoca, de Liffey en de Boyne; kanalen: het Koningskanaal en het Grote Kanaal. Er is akkerbouw en veeteelt, bierbrouwerij, turfgraverij en handel in linnen, slachtvee, meel en boter. Havens zijn Dublin, Laoghaire (Kingston), Dundalk (Dun Dealgan) en Wexford (Loch Garman). Tot de provincie behoorden Dublin (Baile Atha Cliath) en de graafschappen Dublin County, Carlow, Kildare, Kilkenny, Looghis (Queen’s), Longford, Louth, Meath, Offaly (King’s), Westmeath, Wexford en Wicklow.
