Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CLUSIACEEËN

betekenis & definitie

is de naam van een plantenfamilie uit de orde der Cistifloren, nauw verwant met de Hypericaceeën, waarmede zij onder de naam Guttiferae wel wordt verenigd. Zij telt, vooral uit tropisch Amerika, meer dan 400 soorten, houtgewassen met kruiswijs, soms in kransen staande, dikke, gaafrandige, kale bladeren, meest tweehuizige bloemen, veel meeldraden, die op verschillende wijzen met elkander vergroeid kunnen zijn, en een bovenstandig meerhokkig vruchtbeginsel met meestal zittende stempel.

Stammen en takken laten bij verwonding een kleverig sap uit schizogene gangen naar buiten vloeien, waarin gom en hars met elkander vermengd zijn en dat spoedig opdroogt. Tot deze familie behoren o.a. de geslachten Calophyllum, Garcinia, Mammea, Mesua, Pentadesma. Niet minder dan 110 soorten behoren tot het Amerikaanse geslacht Clusia L. Vele daarvan zijn lianen of zgn. boomwurgers, de stammen van andere soorten verstikkend, na als epiphyt luchtwortels naar beneden gezonden te hebben. De grote, mooie, verschillend gekleurde, vaak knikkende bloemen staan in cymeuse bloeiwijzen, en vertonen een 6-bladige gekleurde kelk, -9 bloembladen, talrijke meeldraden, waarvan de helmdraden deels tot een dikke, vlezige, hoekige buis vergroeien, en een 5-15-hokkig vruchtbeginsel met grote, zittende stempel, wordend tot een veelzadige septicide doosvrucht.

Van C. flava Jacq. of „Monkey-apple”, is de zgn. „Hoggummi” der Engelsen, een middel ter genezing van wonden, afkomstig.

< >