Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CLETHRA

betekenis & definitie

L. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Ericaceeën, ook wel tot een eigen familie, die der Clethraceeën, gebracht.

Het onderscheidt zich door een 5-delige kelk, een diep 5-delige bloemkroon, 10 meeldraden, een 3-hokkig vruchtbeginsel met veel zaadknoppen in elk hokje, een draadvormige stijl met een 3-spletige stempel en een 3-hokkige loculicide doosvrucht. Het omvat een 30-tal Amerikaanse en Oostaziatische soorten heesters en bomen met afwisselende bladeren en in eindelingse trossen staande witte bloemen. Tot de sierplanten rekent men C. alnifolia L., uit Noord-Amerika, met een stam ter hoogte van 1 -2½ m en lange, aarvormige bloemtrossen, met de variëteiten: C. a. rosea Rehd., C. a. paniculata, Nicholls en C. a. tomentosa Michx, welke laatste tegenwoordig als aparte soort, C. tomentosa Lam., beschouwd wordt. Als oranjerieplant wordt veelal gekweekt de 2-3 m hoog wordende C. arborea Soland., een sierboompje van Madeira, dat zich in Augustus tooit met sierlijke witte bloemtrossen.

Verder moeten nog genoemd worden: C. acuminata Michx uit zuidelijk Oost-Amerika, C. barbinervis Sieb. et Zucc. uit Oost-Azië, C. Delavayi Franch. uit Junnan en C. Fargesii, door Franchet in 1895 uit China ingevoerd. De vermeerdering heeft door afleggen en stekken plaats.

De planten vormen prachtig versieringsmateriaal voor tuinen.

< >