Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Clara eugenia isabella

betekenis & definitie

gouvernante der NEDERLANDEN (Segovia 12 Aug. 1566 - Brussel 2 Dec. 1633), was een dochter van korting Philips II en zijn tweede gemalin, Elizabeth van Frankrijk. In tegenstelling met Philips’ zoons was Isabella flink en intelligent.

Zij werd opgevoed door de hertogin van Alva en na Philips’ derde huwelijk door de nieuwe koningin, Anna. Beiden waren zeer devoot en Isabella werd opgevoed als Spaanse en in trouw aan de Katholieke Kerk, waarvan haar vader zulk een krachtig verdediger was. In haar denkbeelden werd zij geheel het evenbeeld van haar vader, die al zijn hoop op haar gevestigd had. De vele huwelijksplannen, die overwogen werden, met de Oostenrijkse Habsburgs of met een Guise, kwamen echter niet tot uitvoering en eerst in 1599 huwde zij met Albertus. Voordien had Philips II gepoogd haar te verheffen tot koningin van Frankrijk, toen het huis Valois was uitgestorven (1589) en Hendrik van Bourbon niet algemeen naar een gravure van Anton Wierix erkend werd. Op die wijze zou Frankrijk voor het Katholicisme behouden blijven en de macht van Spanje belangrijk worden uitgebreid.

Na de mislukking van deze plannen heeft de koning haar aangewezen voor het bestuur der Nederlanden, die op deze wijze wellicht makkelijker voor zijn geloof en zijn huis behouden bleven, terwijl hij het bestuur over Spanje al voldoende zwaar voor zijn zwakke zoon achtte. 6 Mrt 1598 werd de acte getekend, waarbij Philips II de Nederlanden in hun geheel scheidde van Spanje en afstond aan Albertus en Isabella, echter onder zulke voorwaarden, dat zij in de practijk toch zeer nauw met Spanje verbonden bleven en geheel onder Spaanse voogdij stonden. De 15de Nov. 1598 werd Isabella uitgehuwelijkt aan haar neef Albertus, welk huwelijk 18 Apr. 1599 plechtig te Madrid voltrokken werd, waarna op 5 Sept. 1599 de beide „Aartshertogen” in de Nederlanden over Luxemburg en Brussel, waar ze luisterrijk ontvangen werden, aankwamen. Zij hebben er in alle opzichten het bestuur samen geleid en vele maatregelen van Albertus mogen worden toegeschreven aan het initiatief van Isabella. Philips II had haar reeds tot levenslang gouvernante benoemd en toen Albertus stierf (1621) en de Nederlanden volgens het verdrag (bij kinderloos overlijden van een van beiden) weer aan Spanje kwamen, bevestigde Philips IV deze benoeming, zodat Isabella tot 1633 de Nederlanden in dezelfde geest bleef besturen. Haar bestuur, evenals dat samen met Albertus, was er op gericht, de welvaart in de Nederlanden te herstellen en het Katholieke geloof tot het volstrekt alleenheersende te maken. Hierin is zij, voor zover dat mogelijk was gedurende de oorlog en met de Ned.

Republiek als buur, geslaagd. Tegelijk betekende haar bestuur een volledige hispanisering: haar omgeving bestond grotendeels uit Spanjaarden, de legers waren Spaans, de politiek was gericht op de handhaving van de Spaanse macht. Van de Zuid. Nederlanden uit werd in Duitsland de Habsburgse macht zoveel mogelijk gesteund (z Gulik-Kleefse kwestie, Dertigjarige Oorlog) en hiervoor was veel geld nodig. Vandaar dat zij veel verzet ondervond van de Staten van haar gewesten en onder haar bewind een poging door edelen gedaan werd om met de Nederlandse Republiek samen te werken. Isabella was zeer devoot, leefde in de strengste moraal en persoonlijk eenvoudig, maar volgde aan haar hof de strenge Spaanse etiquette en het pompeuze ceremonieel van Madrid. Aan haar kloosterlijke neigingen paarde zij een blijde lieftalligheid, die haar persoonlijk bemind maakte.DR H. A. ENNO VAN GELDER

Lit.: A. Rodriguez-Villa, Correspondencia de la infanta archiduqueza dona Isabel Clara Eugenia (1906); H. Lonchay, Philippe II et le mariage des Archiducs (Bull. Acad. roy. de Belg., 1910); V. Brants, Albert et Isabelle (1910); Idem, L’autonomie internat, de la Belgique sous les archiducs Albert et Isabelle (in: Annales internationales d’histoire, 1901); L. Klingenstein, The Great Infanta Isabella, Sovereign of the Netherlands(i9io); M. de Villermont, L’infante Isabelle, gouvernante des Pays-Bas (2 dln, 1912); F. de Llanos, Los origines de la nacionalidad belga.

La Infanta de Espana Isabel Clara Eugenia (1917); H. Lonchay, J. Cuvelier et J. Lefèvre, Corresp. de la Cour d’Espagne sur les affaires des Pays-Bas au XVIIe siècle, 3 dln (1923-1930); Gachard, Documents relatifs k la cession des Pays-Bas k l’infante Isabelle (Doe. inédits, I, 1833); H. J. Elias, Kerk en Staat in de Zuidel.

Nederlanden onder de regeering der aartshertogen Albrecht en Isabella (1931); Ch. Terlinden, L’archiduchesse Isabelle (1943; Ned. uitgave: Aartshertogin Isabella, 1944).

< >