is een wijk (metropolitan borough) in het W. van Londen, ten N. van de Theems, van de City tot Kensington, met (1951) 98 900 inw. (z Londen, stadsbeeld).
De grond, waar dit stadsdeel op gebouwd is, behoort grotendeels toe aan de Hertog van Westminster, oorspronkelijke titel: Graaf Grosvenor. Dit geslacht, afkomstig uit Cheshire, verwierf in de tweede helft van de 17de eeuw door huwelijk aanzienlijke landerijen in de onmiddellijke omgeving van het toenmaals bebouwde Londen. Door de uitbreiding van de stad nam het bezit voortdurend in waarde toe en thans behoort de grond waar een groot deel van het West End op gebouwd is aan hen toe. In 1831 werd aan Graaf Grosvenor de titel Markies van Westminster verleend, in 1874 werd hij bevorderd tot Hertog. Tot zijn bezit behoort o.a. de grond waar de Westminster Abdij op staat.
Voor de beide Vredes van Westminster (1654 en 1674) z Engelse oorlogen.
Statuut van Westminster
is een wet van het Britse parlement, die de onderlinge gelijkheid van de leden van het, toen nog „Brits” genoemde, Gemenebest van Naties regelt, en die op 11 Dec. 1931 koninklijke goedkeuring verwierf. Deze wet is een gevolg van de aanbevelingen der Rijksconferentie van Oct. 1930, en zij belichaamt grotendeels de ideeën van generaal Hertzog.
Volgens dit Statuut zijn de wetten der Vrijgewesten geldig binnen de landsgrenzen daarvan, zelfs als zij in strijd mochten zijn met een wet van het Britse parlement. Dit laatste lichaam kan ook geen wetten voor een Vrijgewest meer maken zonder de goedkeuring daarvan. Bestaande regelingen, waardoor Britse inmenging in de Vrijgewesten nog mogelijk is (zoals het appèl naar de Geheime Raad te Londen), kunnen eenzijdig door de Vrijgewesten worden afgeschaft.
In Zuid-Afrika is zulks gedaan in de Statuswet van 1934, waarin de bepalingen van het Statuut van Westminster mede zijn geïncorporeerd. Dit laatste is hierdoor ook tot een Unie-wet geworden, en het parlement van de Unie kan het dus herroepen. Het Statuut van Westminster is de grondslag geworden van de souvereine onafhankelijkheid der Vrijgewesten, een grondslag, waarop sindsdien, ook in Zuid-Afrika, is voortgebouwd.
Lit.: K. G. Wheare, The Statute of Westminster and Dominion Status (1931, 3de dr. 1947); J. G. Beaglehole e.a., New Zealand and the Statute of W. (1944).