Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CHRONOGRAAF

betekenis & definitie

(Grieks = tijdschrijver) is een toestel, waardoor verschillende tijdmomenten met grote nauwkeurigheid kunnen opgetekend worden (z uurwerk). De eerste chronografen werden in 1848 geconstrueerd door Bond en Walker.

Een astronomische slingerklok (normaal- of registreerklok) is van een electrisch contact (E) voorzien, waardoor iedere secunde een stroom wordt gesloten. Daardoor wordt het anker A van een electromagneet aangetrokken, waardoor een schrijfstift aan het ene uiteinde van A iedere secunde een punt op een zich gelijkmatig voortbewegende papierstrook SS zet. Door een tweede magneet (E'), welks stroomketen door de waarnemer gesloten wordt, wordt eveneens op de papierstrook een teken geplaatst; uit de stand van dit laatste ten opzichte van de secundenstippen kan het juiste ogenblik der waarneming berekend worden. De thans gebruikelijke chronografen hebben in principe dezelfde inrichting.

Zij worden verdeeld in cylinder- en bandchronografen; bij de cylinderchronografen geschiedt de registrering der signalen op een met een vel papier bespannen cylinder, die met gelijkmatige snelheid door een uurwerk rondgedraaid wordt, terwijl de electromagneten met ankers en schrijfstiften op een wagentje, dat op rails loopt, langzaam langs de cylinder verschoven worden; de secundenstippen vormen dus een schroeflijn. De bandchronografen komen met het gewone Morsetelegraaftoestel overeen, behalve dat hier nog een electromagneet voor de waarnemingspunten is. De nauwkeurigheid van goede chronografen is zodanig, dat de tijd er tot op 1/1000 secunde nauwkeurig op afgelezen kan worden.De chronograaf wordt vooral in de sterrenkunde gebruikt bij de doorgang van sterren. Terwijl men vroeger bij de waarneming van het ogenblik, waarop het beeld der ster met de verschillende spinragdraden in aanraking kwam, de secunden tellen moest naar het geluid van de slinger en de 10de secunden schatten naar de tijd, die tussen de laatste slingerslag en het ogenblik van aanraking verlopen was [oog- en oormethode), behoeft men nu slechts de sleutel van de chronograaf neer te drukken. De waarnemer kan dus zijn gehele opmerkzaamheid aan het verschijnsel wijden en kan bovendien veel sneller de waarnemingen noteren. Ook kan men zijn waarnemingen op de chronograaf van een andere sterrenwacht noteren, hetgeen bij de telegrafische lengtebepalingen geschiedt.

Op enkele sterrenwachten zijn thans chronografen van een geheel ander type in gebruik, waarbij op het ogenblik, dat het contact gemaakt wordt, een papierstrook in aanraking gebracht wordt met een draaiend wieltje, dat de tijd in honderdste secunden op de papierstrook afdrukt. Een tamelijk ingewikkeld mechanisme is hierbij vereist om de omwenteling van dit wieltje nauwkeurig gelijke tred te doen houden met de slingeringen van een astronomische klok.

< >