is de naam van enige Frankische koningen uit het stamhuis der Merovingers.
Childerik I
was het hoofd van een deel der Salische Franken, gevestigd rondom Doornik, waar hij ca 481 overleed.
Zijn graf werd in 1652 te Doornik gevonden. Het bevatte rijke schatten van Vroeggermaanse kunst, die tegenwoordig in de Bibliothèque Nationale te Parijs bewaard worden. Merkwaardig zijn talrijke kleine gouden bijen, die als versiering of beslag zullen hebben gediend. Op een dikke armring staat de inscriptie in Latijnse letters: CHILDIRICI REGIS.
In de archaeologie vormt het graf van Childerik een vast punt voor de datering van andere vondsten uit de tijd der Volksverhuizing.
Childerik II
(651-675) was de zoon van Chlodovech II en Balthildis. In 662 werd hij onder invloed van zijn moeder door de Austrasische edelen tot koning uitgeroepen. De nieuwe koning was toen nog zeer jong. In 673 werd hij koning van het ganse Merovingische rijk, doch werd in 675, pas 24 jaar oud, vermoord.
Hij was de laatste Merovinger, die er naar streefde zelfstandig te regeren.
Childerik III
was de laatste Merovinger; hij was de zoon van de in 737 overleden Diederik IV, en werd zelf in 743 door de hofmeiers Karloman en Pepijn de Korte tot koning aangesteld. Enig werkelijk gezag oefende hij trouwens nooit uit, en nadat Pepijn zichzelf in 751 tot koning had laten kronen, liet hij Childerik als monnik naar de Sint-Bertijns abdij (te Sint-Omaars) overbrengen, waar deze in 754 overleed.
PROF. DR J. DHONDT.