Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CHEROKEZEN

betekenis & definitie

of Cherokis is de naam van een Indianenstam in Noord-Amerika, die zich zelf Tsalagi noemt en tot de familie der Irokezen behoort. Vroeger bewoonden zij de hedendaagse staten Alabama, Georgië, Mississippi, Tennessee en Noord- en Zuid-Carolina.

Er bestaat geen tweede voorbeeld van zo snelle ontwikkeling als dit volk na aanraking met de blanken doormaakte. De Cherokezen verbouwden in het begin van de 19de eeuw tal van gewassen en hun velden werden afgewisseld met appel- en perzikgaarden. Ze hadden vee, produceerden boter en kaas; hun land werd doorkruist door tal van wegen. De halfbloed Cherokees Sequoya vond een eigen schriftsysteem uit en er werden tal van scholen opgericht.

De landbouwers hielden negerslaven, die ze goed behandelden. Verschillende Protestantse kerken telden haar aanhangers onder de Cherokezen. De regering werd ingericht naar het model van de V.S. Zo was er een bloeiend land ontstaan, dat echter met jaloerse blikken werd gadegeslagen door de naburige blanken; toen er binnen hun gebied ook nog goud werd ontdekt, was hun lot beslist.

In 1835 viel het besluit, dat ze binnen twee jaar naar het Indianenterritorium moesten vertrekken. Een legertje was nodig om ze er toe te bewegen. Op de 1000 km lange weg, die te voet moest worden afgelegd, kwam 1/i van het volk om. In het Indianenterritorium organiseerden de Cherokezen zich opnieuw en vormden één van ,,de vijf beschaafde stammen”.

In de burgeroorlog stonden zij, als slavenhouders, aan de kant van de Zuidstaten. Het territorium werd beurtelings door de beide legers onder de voet gelopen. Na de oorlog werden de Cherokezen weer onder de bescherming van de V.S. toegelaten, maar hun slaven moesten als gelijkberechtigd worden erkend. In igo6 werd hun eigen bestuur opgeheven, het gebied werd voor blanke kolonisten opengesteld, en de Cherokezen werden tot burgers van de V.S. verklaard.PROF. DR J. J. FAHRENTORT

Lit.: James Mooney, Myths of the Cherokee, 19th Annual Rep. Bureau of Ethnology (1900); H. F. G. ten Kate, Reizen en onderzoekingen in N.-Am. (1895); Miss H.

H. Jackson, A century of dishonour (1881); T. V. Parker, Cherokee Indians (N.

Y. 1909).

< >