of Honderdmannen, in het Oude Rome de leden van een rechtbank, die tegen het einde der Romeinse republiek ontstond en recht moest spreken in kwesties van privaatrechtelijke aard, vooral in erfenisaangelegenheden. De rechters waren burgers, oorspronkelijk ten getale van 105, nl. drie uit ieder der 35 tribus, die ieder jaar door de stedelijke praetor op de lijst werden geplaatst.
Ten tijde van keizer Traianus bedroeg hun aantal meer dan 180. Met de leiding van het proces waren eerst de quaestorii (oud-quaestoren) belast, later een afzonderlijk praetor (praetor hastarius), gemeenschappelijk met de decemviri. Dezen konden processen naar een afdeling (hasta) van dit college verwijzen.Lit.: Wlassakin Pauly-Wissowa, Realenzykl. (1899); Olivier Martin, Le tribunal des Centumvirs (These, Paris 1904); Fr. Bozza, Sulla competenza dei centumviri (1928).