Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Caspar de guzman van OLIVARES

betekenis & definitie

Graaf, later Hertog van, Spaans staatsman (Rome 1587 - Zamora 22 Juli 1645), was de zoon van de Spaanse gezant aan het pauselijk hof en werd opgeleid voor geestelijke. In 1615 werd hij kamerheer van de kroonprins en spoedig nam hij ijverig deel aan de intriges tegen de eerste minister Lerma, die in 1618 gedwongen was ontslag te nemen.

Toen Philips IV in 1621 zijn vader opvolgde, werd Olivares de machtige man en ruim 20 jaar de leider der Spaanse politiek. De jonge koning beheerste hij volkomen en wist hij geheel buiten de regering te houden; tegen de vrienden van Lerma werd een meedogenloze zuivering georganiseerd en alle belangrijke plaatsen werden door vrienden en familieleden van Olivares ingenomen, die o.a. door het verkopen van adelsbrieven en andere gunsten zich het geld voor zijn politiek verschafte. Die was gericht tegen Frankrijk. Olivares ijverde, ondanks het steeds ernstiger verval van Spanje, er voor dit land de rol van grote mogendheid te laten spelen. Hij deed dit met talent en wist lange tijd Richelieu te dwarsbomen, speciaal in Noord-Italië en de Zuid. Nederlanden, waarbij hij nauw samenwerkte met de Duitse Habsburgers (z Dertigjarige oorlog) en met Savoye, soms ook met Engeland (z Jacobus I), terwijl in de Nederlanden het bestuur weer geheel gespagnoliseerd werd.

Maar deze machtspolitiek verergerde het verval van Spanje, de bevolking werd door steeds hoger belastingen ernstig benadeeld, terwijl steeds meer een kleine groep van edelen en geestelijken het land beheerste. Deze groep kwam zelf tegen Olivares’ heerszucht en nepotisme in verzet en de ontevredenheid onder het volk uitte zich in 1640 in opstanden in Catalonië, Portugal en elders. Ten slotte hadden de hofintriges succes en 14 Jan. 1643 ontsloeg Philips IV zijn gunsteling, die krankzinnig stierf.Lit.: Canovas del Castillo, Historia de la decadencia de España desde Felipe III hasta Carlos II (1880, 2de dr. 1910); M. Hu me, The Court of Philip IV (1907); G. Maranón, El Conde-Duque de Olivares: La Passión de Mandar (herz. uitg. 1945).

< >