Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

Carel asser

betekenis & definitie

(1) Nederlands rechtsgeleerde (Amsterdam 15 Febr. 1780 - 3 Aug. 1836), was eerst advocaat te Amsterdam, waar hij met ijver de belangen van zijn Joodse geloofsgenoten behartigde. Hij behoorde met zijn vader Mozes Salomon Asser tot de oprichters van Felix Libertate, welk genootschap streefde naar de emancipatie van de Joden in Nederland.

In 1807 werd hij met nog twee gemeenteleden afgevaardigd naar het Groot-Sanhedrin te Parijs. Na de inlijving van Nederland bij Frankrijk werd hij in Jan. 1811 vrederechter te Amsterdam en gaf de Verhandeling van de werkzaamheden der vrederechters enz. (2 dln, 1812) uit. Even vóór de Omwenteling van 1813 zag hij zich benoemd tot „président de canton” en in 1815 trad hij in functie bij het departement van Justitie, waar hij allengs opklom tot secretaris. Ook werd hij secretaris der Commissie van redactie der Nationale wetgeving en schreef: Vlugtige beschouwing van eenige voorname beginselen des strafrechts in verband met het ontwerp des lijfstraffelijken wetboeks (’s-Gravenhage 1827), dat vervolgens ook in de Franse taal te Brussel verscheen. Verder verscheen van zijn hand: Het Nederlands Burgerlijk Wetboek vergeleken met het Wetboek Napoleon (2de druk, 1838), een nog steeds geraadpleegd werk. In 1828 werd hij president der Hoofdcommissie tot de zaken der Israëlieten.Lit.: H. Italië, Over de Sociëteit Felix Libertate en wat zij voor de Emancipatie der Joden heeft gedaan, in: Oud -Holland r jrg. 16 (1898).

(2) Nederlands rechtsgeleerde (’s-Gravenhage 1 Juni 1843 - Leiden 10 Dec. 1898), promoveerde 15 Dec. 1866 aan de Rijksuniversiteit te Leiden tot doctor in de rechtswetenschap op een proefschrift, getiteld De Telegrafie in hare rechtsgevolgen. In 1892 werd hij benoemd tot hoogleraar in het burgerlijk recht te Leiden. Het grote werk, door hem in samenwerking met Mr Ph. W. van Heusde opgezet en ten dele voltooid, dat sedert het verschijnen van de eerste druk van het eerste deel in 1885 in de vele nieuwe bewerkingen en aanvullingen een eerste plaats bleef innemen, is zijn Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht. Voorts bewerkte hij de tweede druk van Leon’s Rechtspraak van den Hoogen Raad, Burgerlijk Wetboek.

< >