Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CAPPADOCIË

betekenis & definitie

(het Oudperzische Katpatoeka = land der Toecha) was in de Oudheid een landschap in Klein-Azië. Het omvatte ten tijde van de heerschappij der Perzen het gebied van het zoutmeer Tatta in het W. tot aan de Eufraat in het O. en van het Taurusgebergte in het Z. eerst tot aan

de Zwarte Zee, later slechts tot aan de middenloop van de Halys (Kyzyl Irmak). Hier verheft zich de Argaeus, de hoogste berg van Klein-Azië, tot 3960 m. De voornaamste stad is Caesarea. Het land leverde een overvloed van tarwe en wijn en zijn stoeterijen waren beroemd.

De Assyriërs maakten onder Tiglat-Pileser I (1120-1100 v.Chr.) in Cappadocië veroveringen, doch reeds ca 2000 v. Chr. behoorde het land tot de Assyrische invloedssfeer, zoals blijkt uit de zgn. Cappadocische tabletten, spijkerschriftoorkonden van Assyrische handelsnederzettingen, gevonden in 1893/’94 en 1925 bij Kül Tepe. In de tijd der Perzen werd het verdeeld in twee satrapieën, waaruit in de tijd der Diadochen koninkrijken ontstonden, nl. Groot Cippadocië (Cappadocia ad Taurum) en Klein-Cappadocië (Cappadocia ad Pontum, het latere rijk Pontus).

De bewoners van het aan de Pontus Euxinus gelegen deel, met Assyrische kolonisten vermengd, heetten bij de Grieken Leucosyriërs („witte Syriërs”) wegens hun lichte huidkleur, die van het binnenland waren de eigenlijke Cappadociërs, een volk van wellicht Arische afkomst. Tiberius lijfde in 17 n. Chr. het eigenlijke Cappadocië als provincie bij het Romeinse Rijk in.

Een zelfstandige rol speelde Cappadocië, dat overigens de geschiedenis van Klein-Azië deelde, eerst onder de dynastie der Danisjmendieden, die zich daar omstreeks 1100 onafhankelijk had gemaakt van de Seldjoeken, met wie zij gemeenschappelijk Klein-Azië hadden veroverd. De Danisjmendieden streden tegen de kruisvaarders (Bohemund van Antiochië) en met de Byzantijnen. In 1174 werd hun rijk geheel ingelijfd door de Seldjoeken van Konia. Gedurende de Mongoleninvasie en daarna tot de veroveringen van de Osmanen (15de en 16de eeuw) hebben in Cappadocië nog verscheidene Turkmeens-Mohammedaanse dynastieën geheerst.

De naam Cappadocië wordt sedert de Oudheid niet meer gebruikt; Caesarea leeft voort in de Turkse stad Kaisari.

Lit.: E. Meyer, Gesch. des Königreichs Pontos (Leipzig 1879); Th. Reinach, Trois royaumes de l’Asie mineure (Paris 1888); W. M.

Ramsay and G. Bell, The thousand and one churches (London 1909); G. de Jerphanion. Une nouvelle province de Part byzantin. Les églises inpestres de Cappadoce, 4 t. (Paris 1925-1942).

< >