(Cape Breton Island), een tot de Canadese provincie Nieuw-Schotland (Nova Scotia) behorend eiland in de Atlantische Oceaan. Het wordt door de 34 km lange en 1,6 km brede Canso-Straat van het vasteland gescheiden; de 77 km brede Cabot-Straat (door het kleine eiland St Paul, met vuurtoren, in tweeën gedeeld) scheidt het van het eiland Newfoundland.
De Z.O.-punt, Cape Breton (Capbreton) ligt op 45° 57' N.Br. en 59° 40' W.L. v. Gr. Cape Breton Island is 160 km lang, 135 km breed en beslaat een oppervlakte van 8094 km2. Het is bergachtig in het N., maar laag en vlak in het Z.
De kusten zijn steil, in het O. sterk geleed. Een diepe fjord (Bras d’Or), die zich landinwaarts tot een groot bekken verbreedt, verdeelt het eiland bijna in twee delen, waarvan de oostelijke helft bewoond is. Het eiland bezit uitgestrekte bossen en verschillende delfstoffen (w.o. steenkolen, koper, zink, lood, ijzererts, zout en petroleum). De voornaamste landbouwproducten zijn haver, gerst en aardappelen; ook de paardenen schapenteelt is er van belang.
De zeevisserij is van zeer grote betekenis (kabeljauw, heilbot, makreel, schelvis,zalm, oesters). Een 175 km lange spoorweg leidt van Point Tupper aan de Canso-Straat (overzetveer naar Port Mulgrave op het vasteland) over Louisburg, de vroegere hoofdstad aan de oostkust, naar de huidige hoofdplaats Sydney (1941: 28305 inw.), waar kolenmijnen zijn (Sydney Mines heeft 8198 inw.). Het eiland wordt verdeeld in 4 graafschappen: Inverness, Victoria, Richmond en Cape Breton; het zendt twee leden naar het provinciale Huis van Afgevaardigden. Cape Breton, sedert 1712 onder de naam Ile Royale een Franse bezitting, kwam in 1758 door verovering aan Engeland.
Het gebied vormde aanvankelijk een zelfstandige kolonie, maar werd in 1820 met Nieuw-Schotland verenigd.H. A. BOMER.